24 September 1936.
briefjes vormen voor Burgemeester en Wethouders
den grondslag hunner beoordeeling, of en in welke
mate, ondersteuning zal worden verleend.
De juistheid der gegevens, door den ondersteunde
op het aanvraagformulier en het inkomstenbriefje in-
gevuld, wordt vanwege Burgemeester en Wethouders
onderzocht. Burgemeester en Wethouders nemen geen
beslissing dan nadat de resultaten van het onderzoek
van het aanvraagformulier bekend zijn.
Art. 15.
De aanvraagformulieren en inkomstenbriefjes worden
door Burgemeester en Wethouders kosteloos verstrekt.
Art. 16.
Door Burgemeester en Wethouders worden wekelijks
uitbetalings-staten opgemaakt, welke met de benoo-
digde gelden aan het bestuur der alhier gevestigde
afdeeling der betrokken vakvereenigingen worden ter
hand gesteld ter uitkeering van den steun aan de be-
trokkenen.
Na de uitkeering van den steun worden de staten
door het bestuur der vakvereeniging weder bij Burge-
meester en Wethouders ingeleverd, voorzien van de
handteekening der ondersteunden, ten bewijze, dat de
steun aan de betrokkenen is uitgekeerd.
Art. 17.
Bij de uitreiking van het aanvraagformulier wordt
den werkloozen gelijktijdig ter hand gesteld een aan-
meldings- of stempelkaart, welke deze dagelijks, een
of meermalen, ter afstempeling moet aanbieden, ten
bewijze, dat hij inderdaad werkloos is.
De afstempeling geschiedt in den gewonen werktijd.
De regeling tot bepaling van tijd(en) en plaats van
stempeling wordt vastgesteld door Burgemeester en
Wethouders.
Art. 18.
De steun zal niet worden verleend, c.q. worden in-
gehouden, indien:
a. de werklooze die voor steun in aanmerking