194 24 September 1936.
met een maximum van f 3.—11 verlagingen van uit-
keering voor totaal f 2.42 en 25 verhoogingen voor in
totaal f 4.28. Qemiddeld dus een verhooging van f0.02-
Bij vaststelling evenwel op f 135, ontstaan 47 ver-
lagingen voor totaal f 28.04 en geen enkele verhoo-
ging. Gemiddeld dus een verlaging van f 0.35.
Wanneer men nu bedenkt dat in 1934 het maximum
van f 3.— billijk en rechtvaardig werd geacht en in
de tweede plaats weet, dat bovenbedoelde berekenin-
gen werden afgeleid naar den toestand in dat jaar,
dan kan de conciusie niet anders zijn, dan dat de
maximum huurtoeslag wederom dient te worden be-
paald op f 2.
Nu komt de Commissie met het argument, dat een
en ander verhoogingen van uitkeering tot gevolg zou
kunnen hebben. En met het ten tooneele voeren van
den boeman van verhooging, meent zij van de zaak
af te zijn. Maar daar gaat het niet om, zegt spreker.
Inderdaad zou vaststelling van het maximum op
f 2. verhooging tot gevolg kunnen hebben, nu
Maatschappelijk Hulpbetoon het maximum in Februari
1.1. heeft bepaald op f 1.35.
Maar de vraag is hier niet, heeft vaststelling van
het maximum op een bepaald bedrag verhooging of
verlaging van het steunbedrag tot gevolg. De vraag
iswelk maximum is in verband met de daling der
huishuren te rechtvaardigen. En dan kan men, mede
op grond van de door spreker verschafte berekenin-
gen, tot geen andere slotsom komen, dan dat, gelet
op het maximum van f 3,— in 1934, thans een maxi-
mum van f 2.— eisch is.
Dat Maatschappelijk Hulpbetoon in Februari ge-
meend heeft een lager bedrag te moeten vaststellen,
mag thans op de houding van den Raad toch zeker
geen invloed uitoefenen. Nu gebleken is, dat het be-
drag van f 1.35 berust op een foutieve zienswijze van
Maatschappelijk Hulpbetoon, wordt het hoog tijd, dat
de Raad deze fout thans herstelt en ook in deze
rechtvaardigheid betracht.
De heer Disselkoen wil een woord van protest
doen hooren over de wijze waarop de heer Kromhout
den huurtoeslag van de werkloozen wil doen vermin-
deren.
De heer Van der Linden zegt, dat de heer Krom-