24 September 1936.
215
kinderen, die zelf dit onderwijs niet kunnen betalen.
Indien de Wethouder daarmede rekening houdt, dan
wil spreker met deze verordening wel accoord gaan.
De heer Rijkes vraagt, hoe groot het financieel
voordeel van deze tarieven wordt geacht te zijn.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat
dit hem nu niet bekend is.
De heer Rijkes zegt, voor deze verordening niets
te kunnen gevoelen, indien dit voordeel slechts mini-
maal is.
De Voorzitter leest vervolgens het amendement
van den heer Kromhout voor.
De heer Van der Linden kan voor het amendement
van den heer Kromhout voelen, indien alsdan tegemoet
wordt gekomen aan de verschillende bezwaren
De heer Disselkoen heeft bezwaar tegen deze ver-
ordening, omdat bij aanvaarding daarvan verschillende
jeugdclubjes geschaad zouden worden. Het wikken en
wegen van al die gevallen levert natuurlijk ook weer
moeilijkheden op, zegt spreker.
De heer Jonckbloedt merkt op, dat nu al 3 leden
van de Commissie voor het Onderwijs tegen deze
verordening zijn. Spreker vraagt of het daarom niet
mogelijk is haar nog eens in de commissie te bekijken.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, vraagt of
men het billijk vindt, dat men hetzelfde betaalt als
men 3 uur gebruik maakt van het lokaal of 1 uur.
Men moet niet uit het oog verliezen, zegt spreker,
dat de gemeente straks geld noodig heeft.
De heer Disselkoen zegt zijn handen in onschuld
te wasschen, omdat hij de vergadering der Commissie,
waarin dit is behandeld, niet heeft kunnen bijwonen.
Ook al had spreker in de Onderwijs-Commissie zijn
stem aan dit voorstel gegeven, dan nog had hij zich
toch wel tot andere gedachten kunnen laten brengen.
Overigens, zegt spreker, zal de klove in de gemeente-
begrooting toch wel niet met f 100.kunnen worden
overbrugd.
De heer Van Unen acht het ook beter om deze
zaak eerst nog eens in de commissie te behandelen.