24 September 1936.
183
te juichen, dat de kinderbijslag uit de oude regeling
thans vervangen zal worden door een gezinsleden-
bijslag, waardoor in een lang gevoelde leemte van de
bestaande regeling voorzien zal worden. Balanceerende
met deze verbetering zai van de gezinsinkomsten de
helft worden gekort, öök van de tot nu toe vrijge-
stelde eerste vijf gulden. In bepaalde gevallen zal dat
tot verlaging der totale inkomsten van werkioozen
ieiden, waartoe zij niet graag heeft medegewerkt, maar
die zij toch verantwoord acht, omdat nu een verbete-
ring is tot stand gekomen voor de gezinnen, die er
het slechtst aan toe waren en de verlaging alleen
komt in gezinnen, waar het totale inkomen méér be-
droeg en ook in de toekomst meestal zal bedragen
dan alleen het steunbedrag. Waar dit compromis in
de commissie van bijstand kon worden bereikt en
waar Burgemeester en Wethouders dit compromis
hebben overgenomen, heeft de Sociaal Democratische
fractie van de indiening van amendementen afgezien.
Spreker gelooft, dat ditzelfde ook voor enkele andere
fracties geldt, maar er waren reeds amendementen in-
gediend, die nog slechts voor een deel, n.l. door den
heer Audretsch zijn terug genomen. Op den voorsteller
of de voorstellers van de overige amendementen zou
spreker een dringend beroep willen doen om ten bate
van het compromis ook die amendementen terug te
nemen. Het betere is wel eens de vijand van het
goede. Dat zou ook hier het geval zijn, indien door
de beraadslaging over de amendementen het compro-
mis voorstel in gevaar zou komen. Worden de amen-
dementen terug genomen, dan zal vanavond een be-
hoorlijke regeling tot stand komen, waardoor tevens
een einde zal komen aan den toestand van onzeker-
heid, waarin de gezinnen der werkloozen nu al zoo-
veel maanden verkeeren.
De heer Voors zegt, dat deze steunregeling een
sluitstuk is van het raadsbeluit, waarbij besloten werd
de bestaande normen te handhaven. De wil van den
Raad wordt thans dus uitgevoerd. Spreker kan deze
regeling echter niet aanvaarden, omdat zij niet in
overeenstemming is met de tijdsomstandigheden in het
algemeen en met den financieelen toestand van de
gemeente in het bijzonder. De afstand tusschen de
Rijksregeling en deze regeling is nu weer grooter ge-