3 D^cemb0" 1936
26 November 1936.
5e WIJZIQING VERORDENING PRIJZEN GAS,
DUINWATER EN ELECTRICITEIT.
AAN DEN RAAD.
In den loop van de laatste jaren zijn bij verschil-
lende gasbedrijven snelloopende gasmeters in gebruik
gekomen, welke aanleiding hebben gegeven tot eene
normalisatie van de gasmeters. Hierbij zijn een tweetal
standaardmeters ingevoerd. Een gevolg van deze nor-
malisatie is ook geweest, dat het ijktarieî is gewijzigd
waarbij voor alle meters tot en met 50-lichts een ge-
lijk ijkloon verschuldigd is. Er bestaat nu geen aan-
leiding meer om, ter besparing van ijkkosten, de meters
te doen ijken naar hun afmetingen, zoodat een gas-
meter, die voorheen wegens de afmetingen een 5-lichts-
meter werd genoemd, thans wordt aangeduid met de
werkelijke capaciteit van 20-lichts. Evenzoo wordt
thans een meter met de afmetingen van een 20-lichts-
meter aangeduid inet de werkelijke capaciteit van 40-
lichtsmeter. De beide nieuwe meters worden aange-
duid als standaardmeters n°. 1 en n'2.
Het is nu noodzakelijk de meterhuur hiermede in
overeenstemming te brengen, omdat anders een ver-
bruiker, die thans meterhuur betaalt voor een 5-lichts-
meter, genoodzaakt zou zijn voor een standaardmeter,
die als 20-lichtsmeter bekend staat, een hoogere me-
terhuur te gaan betalen.
De meterhuur van 5 en 10-lichtsmeters kan thans
geiijk gesteld worden met die van een standaardmeter
n°. 1, omdat deze overeenkomt met wat tot dusver
een 5-lichtsmeter genoemd werd, kan de huurworden
f 0.25 per maand.
De huur van 20, 30 en 50-lichtsmeters zou gelijk
te stellen zijn met die van standaardmeter n 2 en
aangezien deze overeenkomt met hetgeen tot dusver
een 20-lichtsmeter is genoemd, kan de huur hiervan
bedragen f 0.50 per maand.
De totale inkomsten aan meterhuur zullen hierdoor
geen wijziging van beteekenis ondergaan. Voor de
hoogere meters kan het bestaande tarief gehandhaafd
blijven.