3 December 1936. 277 kwade trouw moet men niet beginnen. Veel juister acht hij het, om Maatschappelijk Hulpbetoon nog eens de kans te geven te handelen naar de inzichten van den Raad. Het betoog van den Voorzitter heeft spreker geenszins overtuigd van de noodzakelijkheid, om tot de voorgestelde reorganisatie over te gaan. De heer Audretsch zegt, dat in het betoog van den Voorzitter wel sterke argumenten naar voren komen, doch dat daarin ook een zekere zwakte schuilt. De Voorzitter n.l. schatte de beteekenis van dien gedele- geerde niet zoo hoog. Van zijn kant wil spreker zeg- gen, dat hij in eeu college ziiting heeft, waarin reeds sinds jaren een gedelegeerde zit, die daar zeer veel invloed heeft en woordelijk aan Burgemeester en Wet- houders kan overbrengen, wat ter tafel is geweest. De heer Disselkoen zou liever van het woord willen afzien, na de indrukwekkende wijze waarop betoogd is, dat deze reorganisatie gebiedende eisch is. Hij zal het daarom kort maken en wil dan aan den heer Von Meyenfeldt alleen dit zeggen, dat het eenige belang- rijke is en blijft, of de lijn die Maatschappelijk Hulp- betoon volgt al of niet strookt met de opvattingen van den Raad. De heer Rijkes, zoo vervolgt spreker, maakt het moeilijk om met hem te debatteeren. Spre- ker heeft juist uitdrukkelijk gezegd, dat men ten on- rechte denkt, dat er een conflict is tusschen Maat- schappelijk Hulpbetoon en het raadslid Disselkoen. Voorts heeft de heer Rijkes beweerd, dat het geld door Maatschappelijk Hulpbetoon goed is besteed. Spreker zou den heer Rijkes er op willen wijzen, dat de Commissie ad hoc op zijn instigatie is ingesteld. Tenslotte zou spreker den heer Rijkes willen toevoe- gen, wat de heer Rijkes in de raadsvergadering van 29 October j.l. aan Mr. von Meyenfeldt toevoegde, dat hij n 1. diens houding zeer eigenaardig vindt. De thans voorgestelde maatregel is geen strafmaatregel. Hetgeen gepasseerd is, was alleen de aanleiding hier- toe. Burgemeester en Wethouders willen herhaling van ongewenschte dingen voorkomen. Aan den heer Van Unen zou spreker in overweging willen geven, om nog eens na te lezen wat hij in de raadsvergade- ring van 24 September j.l. heeft gezegd over het budgetrecht van den Raad en dan kan de keuze van den heer Van Unen toch niet moeilijk zijn. Wethouder

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1936 | | pagina 33