1
Januari 1937.
pectievelijk 139, 237 en 703, terwijl deze getallen over
1936/'37 zijn respect. 20, 61 en 985.
Een zeer groot aantal gemeenten heeft zich dus
reeds genoodzaakt gezien tot indeeling in eene hoo-
gere klasse over te gaan. Wij stellen U voor over te
gaan tot indeeling van onze gemeente in de 2e klasse.
Verder is als een der dekkingsmiddelen aangegeven
de heffing van een straatbelasting. Uit de bij de be-
trekkelijke ontwerp-verordening behoorende toelichting
blijkt het groote bedrag dat door de gemeente ten
koste wordt gelegd aan het onderhoud van de land-
en waterwegen, voor hunne verlichting en voor afvoer
van water en vuil. Het komt ons alleszins billijk voor
in deze kosten een zeer geringe bijdrage van de eige-
naren der gebouwde eigendommen te heffen, zoodat
ook niet-ingezetenen daarin zullen worden aangesla-
gen. Voorgesteld wordt het bedrag te bepalen op 1%
van de huurwaarde naar de Wet op de Personeele
Belasting, of wanneer deze niet of nog niet bestaat
naar de' geschatte huurwaarde. Voor woningen met
een huurwaarde van b. v. f 250.per jaar zou de
belasting dus slechts f 2.50 per jaar bedragen. Wij
meenen in de tegenwoordige tijdsomstandigheden te
mogen verwachten, dat de eigenaren deze geringe
lastenverzwaring niet op de huur zullen leggen.
Door ook verder de bepalingen van genoemde
Wet aan te houden zullen zij, die wat de huurwaarde
betreft, slechts voor een gedeelte worden belast, ook
ten opzichte van de heffing der straatbelasting voor
eenzelfde gedeelte worden aangeslagen, zoodat winke-
liers e. d. niet zwaarder dan anderen worden belast.
Wij meenen, dat hiermede aan een bezwaar, dat tegen
de heffing van deze belasting naar voren zou kunnen
worden gebracht, tegemoet is gekomen.
De opbrengst van deze belasting wordt door ons
voorloopig geschat op f 21.000.per jaar.
Ten slôtte hebben wij nader overwogen of, om het
nog resteerende tekort te dekken, ook een grooter
bedrag dan f 50.000.—, waarop wij reeds direct had-
den gerekend. uit het reservefonds kon worden geput.
Aan het eind van 1936 zal het reservefonds bedragen
rond f 157.000.—. In 1937 zal voor het laatst worden
ontvangen de uitkeering van Haarlem voor winst-
derving der bedrijven ad rond f 74.000.Wij hebben
er geen bezwaar tegen om over een iets grooter be-