21
4 Maart 1937-
2. Indien meer dan een candidatenlijst achter een
tunctie is genoemd, bepaalt het tot benoeming bevoegd
gezag, den capitulantenraad gehoord, bij elke vacature
de onderlinge volgorde van de lijsten, waaruit deze
vacature zal worden vervuld.
Art. 3.
Een op den bij deze verordening behoorenden staat
vermelde functie wordt geacht niet te zijn bestemd om
door een capitulant te worden vervuld, indien door be-
noeming van een niet-capitulant een vacature ontstaat,
welke voor vervulling door een capitulant is aangewe-
zen.
Art. 4.
Een op den bij deze verordening behoorenden staat
vermelde functie wordt eveneens geacht niet te zijn be-
stemd om door een capitulant te worden vervuld, indien
tei vervulling van eene vacature in die functie naar het
oordeel van Burgemeeste ren Wethouders, of voor zoo-
ver het agenten van politie betreft van den Burgemees-
ter, in overeenstemming met het gevoelen van den capi-
tulantenraad:
a. redelijkerwijs in aanmerking dient te komen een
ambtenaar in vasten dienst der gemeente, werk-
zaam bij denzelfden, hetzij bij een anderen tak
van dienst;
b. geen capitulant kan worden aangewezen, die
voldoet aan bij een algemeen verbindend voor-
schrift gestelde eischen of aan andere redelijke
eischen, die voor benoeming in die functie door
het tot benoeming bevoegd gezag zijn of wor-
den gesteld;
c. in aanmerking dient te worden gebracht hetzij
een daarvoor geschikt geacht ambtenaar der ge-
meente op wachtgeld dan wel een tijdelijk in die
functie aangesteld ambtenaar, hetzij een vöör het
in werking treden dezer verordening in zooda-
nige functie op arbeidsovereenkomst naar bur-
gerlijk recht werkzaam gesteld persoon;
d. omstandigheden aanwezig zijn, welke het wen-