33
4 Maart 1937.
GELDLEENING.
De Raad der gemeente* Heemstede
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders;
Gelet op de artt. 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT
A op 7 Juni 1937 af te lossen het geheele restant,
bedragende f 86.000.—, van de 4"/o geldleening, oor-
spronkelijk groot f 166 000, krachtens raadsbesluit van
15 November 1916 aangegaan met de Rijkspostspaar-
bank te Amsterdam;
B. ten laste van de Gemeente eene geldleening
aan te gaan rnet de Spaarbank te Groningen, opgericht
door het Departement Groningen der Maatschappij tot
Nut van 't Aigemeen 1820, gevestigd te Groningen,
tot een nominaal bedrag van f 86.000. tegen eene
jaarlijksche rente van 3V2°/o, koers 100 u/o, en verder
op den grondslag van de volgende bepalingen:
1. De gelden zljn bestemd voor dekking van de
aflossing onder A genoenrd.
2. De gelden zullen worden opgenomen op 1 Mei
1937.
3. De Gemeente verbindt zich over het onafgeloste
nominaal bedrag een rente te betalen naar 3Vz0/o per
jaar, vervallende in halfjaarlijksche termijnen, telken
jare op 1 Mei en 1 November, voor het eerst np 1
November 1937, over het alsdan verschenen tijdvak
van den dag van uitbetaling van de hoofdSom tot 1
November 1937.
4. De Genieente verbindt zich de leening pari
af te lossen, en wel op 1 December van elk der
jaren
1937 tot en met 1944, telkens f 4000.— f 32 000.—
1945 tot en met 1956, telkens f 4500.— f 54.000.—
Totaâi f 86.000,—
5. De Gemeente is te allen tijde bevoegd tot ver-
vroegde, geheele of versterkte âflossing over te gaan,