39 1 April 1937. UITOEFENING WINKELBEDRIJF IN PERCEEL LINDENLAAN 49. AAN DEN RAAD. Door M. L. Bakker, alhier, is ons ontheffing verzocht van de bij Uw besluit van 2 Mei 1935, n°. 53, vast- gestelde verordening, teneinde het melk-winkelbedrijf te kunnen uitoefenen in het perceel Lindenlaan 49. Op dit verzoek is door ons afwijzend beschikt, omdat dit perceel is gelegen in een gedeelte der gemeente waarvoor het uitbreidingsplan geldt, terwijl volgens dit plan bedoeld perceel niet is aangewezen voor de uitoefening van het winkelbedrijf. Adressaut is van deze afwijzende beschikking bij U in beroep gekomen. ln dit verband vestigen wij er Uwe aandacht op, dat in dit gedeelte der gemeente de Binnenweg is aangewezen voor de uitoefening van het winkelbedrijf. Vooralsnog achten wij geen aanleiding aanwezig om het uitbreidingsplan in dien zin te wijzigen, dat ook in de aangrenzende straten de gelegenheid wordt ge- geven, het winkelbedrijf uit te oefenen. Zoolang die aanleiding niet aanwezig is, achten wij het ongewenscht het karakter van deze woonstraten te verstoren, door hier en daar de uitoefening van het winkelbedrijf toe te staan. Waar boven aangehaalde verordening juist werd vastgesteld om de groote willekeur, waarmede op ver- schillende plaatsen der gemeente buiten die, welke daarvoor op het uitbreidingsplan zijn aangewezen, win- kels en andere bedrijven werden uitgeoefend, tegen te gaan, komt het ons zeer ongewenscht voor, juist op dit punt de gevraagde ontheffing te verleenen. Dien- tengevolge toch zou een begin worden gemaakt, met aan dit stratencomplex het karakter van woonstraten op niet systematische wijze te ontnemen. Bovendien verzet zich de Bouw- en Woningveror- dening in dit speciale geval ook nog tegen het ver- leenen van de gevraagde ontheffing, zulks in verband met de beschikbare woonruimte. Op grond van het vorenstaande geven wij U in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 17