43
1 April 1937.
Bij wijziging van het totaal van de hoofdsommen
der gemeentefondsbelasting en vermogensbelasting,
genoemd in artikel 4 of, indien sedert de aanslagregeling
naar het laatste lid van artikel 4 de op dat tijdstip ont-
brekende gegevens alsnog zijn ingekomen, wordt het
schoolgeld nader vastgesteld" naar het gewijzigde of
laatst bekend geworden totaal der hoofdsommen.
Art. 6.
Indien naar het in het vorig artikel vermelde
tarief voor de schoolgeldplichtigen het totaalbedrag van
de hoofdsommen der gemeentefondsbelasting en ver-
mogensbelasting blijft beneden het bedrag, bepaald
voor de eerste klasse van heffing, geldt als maatstaf
voor de schoolgeldheffing de belastbare huurwaarde,
berekend naar de bepalingen van de artikelen 9 tot en
met 11 der wet op de Personeele Belasting waarnaar
de schoolgeldplichtige over het bij den aanvang van
het schoolgeldjaar laatstelijk beëindigd belastingjaar
voor het tot eigen bewoning bestemd perceel of ge-
deelte van het perceel is aangeslagen.
De aldus vastgestelde belastbare huurwaarde wordt
Klasse
Totaal van de hoofdsommen der
Gemeentefonds- en Vermogensbelasting.
Bedrag van het
schoolgeld per
leerling en per
maand voor
Gewoon Uitgebr.
L. 0. L. 0.
1
4.— en meer,
tot en met 10.—
/0.25
/0.50
2
meer dan 10.—
16—
0.40
0.60
3
16.
22—
0.55
0.75
4
22,-
26—
0.70
1
5
26,-
32—
0.85
1.25
6
32.-
46—
1
1.50
7
46.-
60—
1.50
2—
8
60,—
76—
2—
2.75
9
76.—
90—
2.75
3.75
10
90
110—
3.50
5—
11
110.-
132—
4.25
6.50
12
132.—
170—
5—
8—
13
170.—
210—
5.75
9.50
14
210.-
260—
6.50
11
15
260,-
310—
7.25
12.50
16
310.—
360—
8.25
14—
17
360.
9.25
16—