47 29 April 1937. geen pleegkinderen zijnde door de(n)gene bij wie(n) de leerling inwoont. Art. 2. Als grondslag voor het berekenen van het retributie- geld voor den belastingplichtige, vermeld onder a en b van het vorig artikel, worden genomen de gezamenlijke gemengde hoofdsommen, omschreven in artikel 63 der Lager Onderwijswet 1920, vastgesteld voor het belas- tingjaar, dat den len Mei tevoren is aangevangen, voor de ouders, respectievelijk pleegouders. Voor de belastingplichtigen onder c naar de voor hen overeenkomstig het vorig lid vastgestelde geinengde hoofdsominen. Indien ouders van leerlingen minderjarige kinderen hebben, die bij hen inwonen en die zelf in de geineente- fonds- en/of vermogensbelasting zijn aangeslagen, wor- den de gemengde hoofdsommen dier minderjarige kinderen voor de berekening van het retributiegeld bij de hoofdsommen hunner ouders gevoegd. Hetzelfde geldt voor pleegouders ten aanzien van het pleegkind waarvoor het retributiegeld verschuldigd is en dat zelf in de gemeentefonds- en/of vermogensbelasting is aangeslagen. Indien de moeder bij wie het kind inwoont na het overlijden van den echtgenoot of na echtscheiding op- nieuw in het huwelijk treedt, wordt het retributiegeld berekend naar de voormelde hoofdsommen door de echtgenooten gezamenlijk verschuldigd, eventueel ver- hoogd op de wijze als voor de ouders bepaald in het derde lid van dit artikel. Voor meerderjarige ieerlingen is het maximum- retributiegeld, vermeld in artike! 4, verschuldigd. Voor ouderlooze minderjarige kinderen, geen pleeg- kinderen zijnde, wordt het retributiegeld berekend naar de voormelde hoofdsommen, die voor hen zijn bepaald. Voor leerlingen, die meer dan eenmaal niet tot een hoogere klasse van een inrichting voor Middelbaar of Voorbereidend Hooger Onderwijs konden worden be- vorderd zonder eenige uitzondering en zonder dat eenig beroep kan worden gedaan op de omstandigheid, dat de niet-bevordering plaats had vöôrdat deze retri- butie-regeling voor hen van toepassing was is het maximum-retributiegeld, vermeld in artikel 4, ver- schuldigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 18