47
29 April 1937.
Met niet-bevordering wordt gelijkgesteld het voor de
tweede maal doorloopen van de hoogste klasse.
Voor leerlingen, die na het verkrijgen van een eind-
diploma van een inrichting voor Middelbaar of Voor-
bereidend Hooger Onderwijs nog de Iessen aan een der
in artikel 1 genoemde scholen wenschen te volgen, is het
maximum-retributiegeld, vermeld in artikel 4, ver-
schuldigd.
In bijzondere gevallen, als bij ziekte en dergelijke, ter
beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, kan op
verzoek van de belanghebbenden de berekening van het
retributiegeld voor de leerlingen, die meer dan eenmaal
niet werden bevorderd, op de gewone wijze geschieden.
Verandering in de door de Rijksbelastingadministratie
vastgestelde hoofdsommen brengt mede, dat de aan-
slagen in het retributiegeld opnieuw worden berekend
naar de veranderde gemengde hoofdsommen.
Art. 3.
Het minimumbedrag, voor elke leerling verschuldigd
bedraagt f 30.
Art. 4.
Verder wordt het retributiegeld per leerling en per
jaar geheven naar het volgend tarief
HOOFDSOMMEN
Bedrag van het
Retributiegeld.
Meer dan
44,—
tot en met f 56.
f 45.—
tf
tr
56,-
72,—
60.—
tt
tt
72,—
i* ii ii 88.
75.—
tr
tt
88,-
104.—
90,—
tt
tt
104,—
124,—
105.-
tt
124,—
144,—
120.—
tt
tt
144,—
164,—
135.—
tt
tt
164,—
184.—
150.—
tt
tt
184,—
204,—
175.-
tt
tt
204,—
228.—
200,—
tt
tt
228.—
252,—
225.—
tt
tt
252,—
ii ii n 278.
250,—
tt
tt
278,—
ii ii ii 302.
275.—
tt
tt
302,—
328.—
300,—
tt
tt
328,—
352.—
325,—
tt
352.—
410,—
350,—
tt
410,—
470.—
375,—
tt
tt
470
400,—