48 29 April 1937. 4. De gemeente is echter bevoegd te allen tijde een grooter bedrag dan hier voor werd bepaald of de geheele leening af te lossen, mits van het voor- nemen daartoe tenminste drie maanden te voren schrif- telijk aan de Maatschappij wordt kennis gegeven, met vermelding van het juiste bedrag daarvan. In het tijd- vak van 1 Augustus 1937 tot 31 Juli 1942 zullen zoo- danige aflossingen slechts kunnen geschieden tegen betaling van 1 procent van het versterkt afgeloste bedrag, ook dan wanneer na het geheel opeischbaar worden der verschuldigde som de Maatschappij deze geheel mocht hebben opgeëischt; 5. De betaling der rente zal halfjaarlijks plaats hebben op den 30en Juni en den 31en December, naar den voormelden rentevoet, voor het eerst op den 31en December 1937 over het alsdan verschenen tijdvak; 6. Alle betalingen krachtens dit besluit zijn ver- schuldigd in gangbare Nederlandsche munt of bank- papier, ten kantore van de Levensverzekering-Maat- schappij, opgericht in 1863 door het N. 0. G., dan wel door storting bij een door deze Maatschappij aan te wijzen bankinstelling of door bijschrijving op haar postrekening zonder kosten voor de Maatschappij. De gemeente zal in gebreke zijn door het enkel verloop van den bepaalden termijn, zonder dat daarvoor een waarschuwing of ingebrekestelling noodig is. Bij na- latigheid in de betaling van rente en aflossing zal door de gemeente over het bedrag daarvan en over den tijd der nalatigheid een vergoeding verschuldigd zijn, berekend naar zes ten honderd 's-jaars (6 gerekend van den achtsten dag af na den bepaalden termijn, een ingetreden maand als een volle gerekend; 7. Bij niet betaling op den bepaalden datum van eenigen rente- of aflossingstermijn, is de hoofdsom over het restant daarvan met de loopende rente en extra rente bedoeld onder 4 en 6, terstond en ineens opvorderbaar, op basis van 101 8. Op verzoek van de Maatschappij zal de ge- meente verplicht zijn, haar schriftelijk mede te deelen welk bedrag ter zake dezer geldleening op een be- paald aangewezen datum verschuldigd is; 9. De Maatschappij heeft te allen tijde het recht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 28