45 29 April 1937. op het geheel of voor een gedeelte vernieuwen of ver- anderen en het uitbreiden van de bestaande of de toe- komstige bebouwing. Art. 5. De onbebouwd blijvende grond bij woonhuizen moet als tum aangelegd en behoorlijk onderhouden worden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. Overige onbebouwde gronden mogen niet als opslao- teriein worden gebruikt of op zoodanige wijze in gebruik zijn, dat gevaar, schade of hinder voor de omwonenden ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders ver- oorzaakt wordt. Art. 6. Van de bepalingen, vervat in de artikelen 1, 3 en 5 kan, behoudens in de gevallen in alinea 2 van dit artikel bedoeld, door den Raad, op daartoe strekkend verzoek van bejanghebbende(n) voor ieder geva! afzonderliik ontheffing worden verleend. Voorzooveel betreft gebouwen of getimmerten, welke te beschouwen zijn als aanhoorigheden van een op het- zelfde terrein in aanbouw of aanwezig zijnd gebouw, kan genoemde ontheffing door Burgemeester en Wethoiiders verleend worden. Art. 7. Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maan- den of geldboete van tën hoogste driehonderd gulden, onverminderd de verplichting tot het onmiddellii'k doen eindigen van de overtreding. Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 29 April 1937. De Secretaris, De Voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 7