53
27 Mei 1937.
BIJDRAGE IN SCHOOLGELD VOOR
GESUBSIDIEERD BIJZONDER MIDDELBAAR OF
VOORBEREIDEND HOOGER ONDERWIJS.
AAN DEN RAAD.
In ons antwoord op het rappoit van de Financieele
Commissie over de ontwerp-begrooting voor het jaar
1937 hebben wij toegezegd, dat wij U tijdig vöör den
aanvang van een nieuw cursusjaar een voorstel zouden
doen tot herziening van de bijdrageregeling voor de
bijzondere middelbare scholen. Deze herziening was
toen reeds bij ons in overweging, doch wij waren van
meening, dat het juister was deze met een nieuw
cursusjaar te laten ingaan.
Wij hebben ons te dezer zake tot de besturen der
drie gesubsidieerde scholen gewend, omdat wij voor
deze wel, doch voor de beide niet-gesubsidieerde
middelbare scholen geen aanleiding aanwezig achten
oin de bestaande regeling te herzien. Onze bedoeling
was het bedrag van f 275.tot hetwelk thans het
door de ouders verschuldigde schoolgeld wordt aan-
gevuld, te verlagen tot f 200.Wij stelden echter de
besturen in de gelegenheid om, wanneer de kostprijs
per leerling, gebaseerd op het totaal aantal leerlingen
der school, hooger was dan f 200.ons dit aan te
toonen, terwijl wij voorts gelegenheid hebben geboden
voor een bespreking.
Van twee besturen ontvingen wij geen bericht op
ons schrijven, zoodat wij gemeend hebben daaruit de
conclusie te mogen trekken, dat zij tegen de beoogde
wijziging geen overwegend bezwaar hebben.
Een ander bestuur deelde or.s mede, wel meteenige
verlaging genoegen te willen nemen, doch niet tot
het door ons voorgestelde en hierboven genoemde
bedrag van f 200.—. Dit bestuur ging er echter bij zijn
antwoord mede van uit, dat de overige gemeenten met
wie regelingen waren getroffen, behalve één welke de
bijdrage per 1 Januari 1937 heeft verlaagd, gemiddeld
en in doorsnee zeker niet minder betalen dan onze
gemeente thans doet. Dit motief lijkt ons echter niet
geheel juist, omdat althans bij ons bekend is, dat een
paar van de omliggende gemeenten een vaste bijdrage