79
29 Juli 1937.
ONDERWIJZEND PERSONEEL.
AAN DEN RAAD.
Dezer dagen hebben wij van de hoofden der open-
bare scholen een opgave ontvangen van de vermoede-
lijke klassebezetting bij den aanvang van den nieuwen
cursus, wanneer alle leerlingen worden toegelaten,
waarvoor plaatsing is verzocht. Ten opzichte van een
tweetal klassen der Bronsteeschool 1. o. levert de in-
williging van alle aanvragen moeilijkheden op. Voor
een dezer klassen hebben wij deze kunnen oplossen,
door enkele leerlingen, waarvoor toelating werd ver-
zocht, te verwijzen naar de Dreefschool. Met de 5e
klas der Bronsteeschool zijn die moeilijkheden niet
zoo gemakkelijk te ondervangen. Deze klas zal bij in-
williging van alle aanvragen 55 leerlingen tellen, een
getal dat niet in één lokaal te plaatsen is en wat ook
te groot is om degenen, die niet geplaatst kunnen
worden, naar de Dreefschool te kunnen verwijzen. De
5e klas van deze school zal bij den aanvang van den
nieuwen cursus vermoedelijk 45 leerlingen tellen. To-
taal zijn er voor beide 5e klassen dus 100 leerlingen.
Dit getal toont aan, dat splitsing van deze klassen zal
moeten plaats hebben, zoodat aan een der beide
scholen een parallelklas gevormd wordt. Met het oog
op het totaal aantal leerlingen komt de Dreefschool
hiervoor in aanmerking. Het is uit den aard der zaak
nog niet te voorzien of deze toestand zich een ander
jaar zal bestendigen. In verband daarmede zal een
tijdelijke maatregel getroffen moeten worden, waarbij
met de financieele belangen van de gemeente ernstig
rekening gehouden moet worden. Zou voor de vor-
ming van een parallelklas het personeel met een tij-
delijke leerkracht uitgebreid worden, dan zou dat
medebrengen dat een viertal bijzondere scholen aan-
spraak zouden gaan maken op vergoeding van een
boventallige leerkracht door de gemeente, welke thans
daarop geen aanspraak hebben. De totale lasten voor
de gemeente kunnen dan, voor een jaar berekend,
globaal wel geschat worden op rond f 7000.—
f 8000.(Over 1936 werd voor 3 boventallige on-