79
29 Juli 1937.
derwijzers rond f 5000,— uitgekeerd). Het juiste be-
drag is afhankelijk van het aantal dienstjaren, hetwelk
de betrokken leerkrachten hebben en de akten, welke
zij eventueel bezitten. Het eerstgenoemde bedrag zal
echter vrij zeker noodig zijn. Wij achten dit offer in
den tegenwoordigen tijd te groot en kunnen dan ook
geen vrijheid vinden U daartoe een voorstel te doen.
Niettenrin eischt het onderwijsbelang toch een voor-
ziening.
Het is U bekend, dat wij Uwe uitspraak reeds vroe-
ger over opheffing van de betrekking van boventallige
leerkracht en invoering van het instituut kweekeling
met akte hebben gevraagd. Op grond van bekend ge-
worden bezwaren wijzigden wij ons voorstel in dien
geest, dat opheffing eerst zou plaats hebben bij het
ontstaan van een vacature. Uw College kon zich daar-
mede toen niet vereenigen, waarbij o.a. als motief
werd aangevoerd, dat het beter was iets te besluiten,
wanneer er eenmaal een vacature zou zijn, m.a.w. de
beslissing tot later uit te stellen. De beslissing is toen
echter toch gevallen. Het geval ligt nu echter anders.
Nu is het gewenscht, dat een maatregel wordt ge-
troffen, waarbij het onderwijsbelang voorop staat.
Voorts zijn, tengevolge van een wetswijziging, de
voaruitzichten van kweekelingen gunstiger geworden
en is er weer kans op benoeming tot gewone leer-
kracht hier of elders. Het is dan voor de belangheb-
benden bij sollicitatie zeker een voordeel, dat zij reeds
practisch als kweekeling hebben gewerkt. Het komt
ons daarom voor, dat thans voor dit geval tegen toe-
lating van een kweekeling met akte geen bezwaar be-
hoeft te bestaan. Daardoor wordt het mogelijk be-
doelde twee 5e klassen te verdeelen over drie, zoo,
dat ieder ruim 30 leerlingen zal tellen, hetgeen een
vruchtdragend onderwijs zal bevorderen.
Uit den aard der zaak zijn aan toelating van een
kweekeling met akte ook lasten voor de gemeente
verbonden. Deze zijn echter zeer aanzienlijk lager dan
bij aanstelling van een boventallige leerkracht. Wan-
neer de toelage gesteld wordt op f 1000.per jaar
komt dit neer op ongeveer f 1.40 per leerling, met
welk bedrag dus de exploitatie-vergoeding, waarop
de bijzondere scholen recht hebben, omhoog gaat.