28 December 1937 Art. 2. Waar de grenzen der wegen niet rnet de voorgevel- rooilijnen samenvallen, moet de daartusschen gelegen grond, ter plaatse waar gebouwen zijn opgericht en in gebruik genomen, als voortuin worden gebezigd en als zoodanig in ordelijken staat worden gehouden. Het in het eerste lid bedoelde terrein moet van den weg zijn afgescheiden, door middel van een afscheiding waarvan de hoogte niet minder dan 0.60 M. en niet meer dan 1.20 M. mag bedragen. Art. 3. De bij de gebouwen behoorende zij- en achtererven moeten na de ingebruikneming der gebouwen als tuin worden gebezigd en als zoodanig in ordelijken staat worden gehouden. Art. 4. Op de terreinen, in deze herziening begrepen, mogen geen winkels noch bedrijven worden gesticht, terwij! de opgerichte gebouwen als zoodanig noch geheel noch gedeeltelijk mogen worden ingericht. Art. 5. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd onthef- fing te verleenen van het verbod, vervat in artikel 4 voor zooveei betreft de bestaande bebouwing aan de Noordzijde van de Zandvoortschelaan. III. Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid te verleenen om in bijzondere gevaflen af te wijken van de tabel genoemd in artikel 1 a. voor hoekterreinen en voor onregelmatig be- grensde terreinen van de minimum diepte van onbe- bouwde terreinen op eigen erf, langs den weg of aan- grenzend terrein; b. met ten hoogste 1 M. van de aldaar genoemde afmetingen, wanneer zulks een goede exploitatie niet zal schaden: c. van de minitnum diepten voor lage uitbouwtjes, zooals erkers, portieken van deuren en dergelijke, als- mede voor schuurtjes, garages en prieeltjes, die niet hooger zijn dan 3 Meter en waarvan de plaats en con- structie door hen moeten worden goedgekeurd;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 10