125
28 December 1937.
VERGOEDING ART. 101 DER L.O.-WET 1920
OVER 1935 EN DRIEJAARLIJKSCHE
AFREKENING OVER DE JAREN
1933, 1934 EN 1935.
AAN DEN RAAD.
In Uwe eerstvolgende vergadering zullen wij er U
mededeeling van doen, dat de rekening dezer gemeente
over het jaar 1935 door Gedeputeerde Staten dezer pro-
vincie is vastgesteld.
Het bepaalde in art. 103, vierde lid der Lager Onder-
wijswet 1920, zooals deze wet luidde vôôr de daarin
aangebrachte wijzigingen bij de wet van 22 Mei 1937
S. 323, brengt mede, dat thans wordt overgegaan tot de
vaststelling van de vergoeding in de kosten der bijzon-
dere scholen over genoemd jaar.
Voor het bepalen van die vergoeding zijn in aan-
merking genomen de gemiddelde kosten per Ieerling
van de overeenkomstige openbare scholen, berekend
op den voet van het bepaalde in art. 101, tweede en
vijfde lid der genoemde wet.
Blijkens de gemeente-rekening over 1935 bedragen
bedoelde kosten als volgt:
Omschrijving der uitgavf.n
Lager
Uitgebreid
Lager
2^2!!0nderwij
le Uitgaven voor instandhouding
2e Qeringe en dagelijksche reparatiën
van deschoolgebouwen,aisbedoeld
in art.l619van het Burgerl.Wetboek
3e Onderhouden van Schoolmeubelen.
4e Aanschaffen en onderhouden van
schoolboeken, Ieermiddelen en
schoolbehoeften
5e Verlichting, verwarming en schoon-
houden van schoolgebouwen
6e Schoolbibliotheken
7e Andere uitgaven ter verzekering
van den goeden gang van het on-
derwijs
Totaal
Iti mindering wordt gebracht voor
ontvangsten wegens het in gebruik
geven van lokalen der scholen aan
vereenigingen
f 1.953.59
321.-
2.147.62
4.874.51
45.81
429.10
f 9.771.63
547,—
f 377.02
40,—
753.99
1.536.03
123.65
f 2.830.69
Blijft f 9.224.63 f 2.830.69