128
28 December 1937.
eerste lid bedoeld grondcomplex, stellen Burgemeester
en Wethouders vast:
a. de volgens artikel 11, derde lid, berekende totale
directe en indirecte kosten van de uit te voeren
openbare werken;
b. het totaal bedrag, dat noodig is voor den aftrek
van f 1,50 per m2., als bedoeld in artikel 12, voor
de voor den openbaren dienst bestemde gronden.
Art. 4.
Bij de in artikel 41 der Bouw- en Woningverordening
bedoelde aanvrage voor het aanleggen van wegen moeten
worden overgelegd teekeningen in drievoud, op schaal
van ten minste 1 1000, waarop zijn aangegeven:
a. de gronden, welke in overeenstemming met het
vastgestelde uitbreidingsplan voor den openbaren
dienst zijn bestemd;
b. het verkavelingsplan volgens hetwelk de bouw-
terreinen, gelegen aan de geprojecteerde wegen,
in exploitatie zullen worden gebracht;
c. het bebouwingsplan, waarin aangegeven zijn de op
de kavels te stichten gebouwen.
Art. 5.
De gronden, welke volgens het plan van uitbreiding
voor den openbaren dienst zijn bestemd, moeten, voor-
zoover zij in het in bouwexploitatie te brengen complex
zijn gelegen, aan de Gemeente in eigendom worden
overgedragen met inachtneming van de in de artikelen
11 en 12 omschreven finantieele regeling.
Art. 6.
De overdracht van de gronden, welke volgens het plan
van uitbreiding voor den openbaren dienst zijn bestemd,
kan, in verband met den voortgang der bebouwing, in
gedeelten geschieden, mits naar het oordeel van Burge-
meester en Wethouders, een behoorlijke aansluiting
wordt verkregen en de voor wegaanleg bestetnde gronden
over een lengte van 100 meter of zooveel minder als
Burgemeester en Wethouders toelaatbaar achten, aan-
eengesloten worden overgedragen.
Art. 7.
1. De eigenaar is verplicht aan de Gemeente, ten