28 December 1937. hoogte worden aangebracht, tenzij daarvoor in de plaats, ten genoegen van Burgemeester en Wet- houders, voldoende taluds van stapelzoden wor- den gemaakt; g. ter plaatse, waar de ophoogingen voor wegbanen eindigen, moeten, ingeval Burgenreester en Wet- houders zulks voor de veiligheid noodig achten, baliën worden gesteld, te hunnen genoegen. Art. 10. 1. De wegen en pleinen met beplanting, de plantsoe- nen, de gazons, de singels met oevervoorzieningen, de rioleeringen en de eventueel verder in verband met het in bouwexploitatie brengen der gronden nog vereischte werken, worden van geméentewege aangelegd of ge- maakt op de wijze en met gebruikmaking van de materia- len, welke Burgemeester en Wethouders wenschelijk achten. 2. De eigenaar moet aan de Gemeente betalen een bijdrage in de kosten van: a. de in het eerste lid genoemde werken met inbe- grip van den ondergrond, met uitzondering van j de gas-, water-, electrische- en brandsignaallei- dingen, brandkranen en verlichtingstoestellen; b. het onderhoud der wegen gelijkstaande met maxi- maal 30 van de kosten der wegverharding; c. aanleg van inrichtingen tot afvoer en zuivering van rioolstoffen, berekend naar evenredigheid van het volgens schatting daarop aan te sluiten aantal woningen; d. het maken van bruggen en andere kunstwerken, van werken ter verbetering van de verbindingen met de reeds aangelegde gedeelten van de gemeen- te en ter voorziening in de afwatering van polder- gebieden, alsinede van het maken van aansluitingen van nieuw aan te leggen wegen, van rioleeringen en van singels aan de bestaande, welke werken zoowe! binnen als buiten het plan van uitbreiding of het gedeelte daarvan, bedoeld in het derde lid De afsluiting van tuinen, welke grenzen aan den over te dragen grond, moet worden geplaatst op gemetselde voeting. Art. 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1937 | | pagina 46