128
28 December 1937.
b. de vergunning van het betrokken polderbestuur
en/of van het Hoogheemraadschap van Rijnland is
verkregen tot het dempen van de slooten, gelegen
in de in bouwexploitatie te brengen gronden en
van de scheidingsslooten en greppels daaraan-
grenzende.
2. Indien afkoop van polderlasten krachtens het bij-
zonder of ander reglement van den polder niet mogelijk
is, moet vöör de overdracht de eigenaar een verklaring
afleggen, dat indien de Gemeente voor de volgens arti-
kel 5 over te dragen gronden voor polderlasten zal wor-
den aangeslagen, de overdragende partij aan de
Gemeente op eerstê aanzegging van Burgemeester en
Wethouders zal voldoen een bedrag gelijk aan het vijfen-
twintigvoud van den aanslag, als afkoopsoin voor de te
betalen polderlasten.
Art. 16.
Indien gedurende den tijd, waarin een coinplex, als
bedoeld in artikel 11, derde lid, in exploitatie komt, één
of meer der prijzen, welke hebben gediend als grond-
slag voor de berekening van het totaal bedrag der kos-
ten, als bedoeld in artikel 11, derde lid, belangrijk
mochten zijn gewijzigd ter beoordeeling van Burge-
meester en Wethouders kan een besluit tot herzie-
ning van vorenbedoeld totaal bedrag worden genomen
alsmede, zoo noodig, tot wijziging van de begrenzing
"van het complex.
Deze herberekening heeft geen gevolg t.o.v. reeds
gedane betalingen.
Art. 17.
De Gemeente is niet meer gehouden, gronden, als be-
doeld in artikel 5, in eigendom te aanvaarden, terwijl ook
de eigenaar niet meer verplicht is die gronden aan de
Gemeente in eigendom over te dragen:
a. indien de termijn, eventueel vermeld in het besluit
van den gemeenteraad, bedoeld in artikel 2, is
verstreken en voor het geval daarbij geen termijn
is gesteld, een tijdvak van 5 jaren na den datum
van dat besluit is verloopen;
b. indien een ontwerp van een plan tot herziening
van het uitbreidingsplan, waarin de nog over te
dragen gronden. zijn begrepen, ter visie is gelegd.