28 December 1937.
295
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat deze
zaak urgent is. Omstreeks 1923 hebben Burgemeester
en Wethouders een lijst laten opmaken van onbe-
woonbaar te verklaren woningen. Op deze lijst kwamen
70 woningen voor, waaronder de woningen, die thans
aan de orde zijn Meerendeels zijn deze wonmgen
thans opgeruimd, er zijn er zelfs nog meer opgeruimd,
zoodat dit aantal intusschen zeker 80 90 hedraagk
Natuurlijk konden deze woningen niet allen tegelijk
worden opgeruimd. Nog vöör de annexat.e is er al
een voorstel in den Raad geweest, om deze wonmgen
on te ruimen. Dit voorstel is toen met aangenomen.
Deze huizen zijn thans echter zoo siecht en spreker
illustreert dit met diverse voorbeelden, dat liet met
mogelijk is om ook maar iets van de door Burge-
meester en Wethouders gestelde eischen terug te nemen.
De heer Rijkes zegt, thans wel voldoende te zijn
ingelicht en zich volkomen met het advies van Bur-
gemeester en Wethouders te kunnen vereemgen.
Het advies van Burgemeester en Wethouders wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Kasgeldleening 1938.
k. Brief van Gedeputeerde Staten van 8 December
1937 n° 220, houdende mededeeling, dat de in het
raadsbesluit van 25 November 1937, n°. 110,genaamd
kasgeldleening 1938", genoemde maximumrente van
11 /2 te hoog wordt geacht, met verzoek dit peicen-
tage te verlagen tot maximum 1 0, alsmede een ver-
dagingsbesluit, d.d. 15 December 1937,n 41, van
Gedeputeerde Staten van genoemd raadsbesluit.
Naar aanleiding hiervan bieden Burgemeester en
Wethouders een nieuw ontwerp-besiuit aan den Raad
ter vaststelling aan, hetgeen is opgenomen in de ge-
drukte stukken onder volgn
127. Kasgeldleening 1938.
Dit ontwerp-besluit wordt zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.