26—28 31 Maart 193$ VOORLOOPIGE VASTSTELLING BIJZONDERE VOOR- EN ACHTERGEVEL-ROOILIJNEN EN VERORDENING EX ARTIKEL 43 WONINGWET VOOR ZUIDZIJDE MOLENWERFSLAAN. AAN DEN RAAD. Door Gedeputeerde Staten is bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van de in Uwe vergadering van 29 April 1937, n°. 45, vastgestelde verordening ex artikel 43 der Woningwet, voor de zuidzijde van de Molen- werfslaan. De bezwaren gelden eensdeels de in artikel 4 der verordening zonder eenige beperking van toepassing verklaring der daaraan voorafgaande artikelen op de bestaande bebouwing, terwijl zoowel geheele als ge- deeltelijke vernieuwing of verandering en uitbreiding van de bestaande bebouwing onder de werking der verordening werden gebracht Dientengevolge werd een grootere beperking aangelegd, dan waartoe even- genoemd wetsartikel de bevoegdheid geeft, n.l. het vaststellen van voorschriften met betrekking tot zoo- wel den aard van de bebouwing als het gebruik van gronden in de bebouwde kom gelegen. Anderdeels dient naar het inzicht van Gedeputeerde Staten ten aanzien van de uit de verordening voort- vloeiende wijziging van de voor de zuidzijde van de Molenwerfslaan geldende bijzondere voorgevelrooilijn de procedure te worden gevolgd, die de Woningwet daarvoor aangeeft. Dit houdt verband met de rechts- zekerheid van de bij de nieuwe rooiïng betrokken eigenaren en hypotheekhouders. Wij geven U in overweging om overeenkomstig het advies van Gedeputeerde Staten de door U vastge- stelde verordening van 29 April 1937, n°. 45, in te trekken en deze te vervangen door de verordeningen waarvan de ontwerpen separaat ter vaststelling wor- den aangeboden. Nadien zal aan belanghebbenden de gelegenheid worden geboden hun bezwaren daartegen kenbaar te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1938 | | pagina 15