114
31 Maart 1938.
Vervuiling sloot Lanckhorstlaan.
De heer Van Unen wijst op den vervuilden toestand
waarin zich de sloot bevindt gelegen tegenover de
R.K. School in de Lanckhorstlaan. Die sloot heeft toch
niets geen nut meer, zegt spreker.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat reeds
eerder pogingen zijn aangewend, om deze sloot ge-
dempt te krijgen, doch helaas zonder resultaat. Thans
is men bezig deze sloot schoon te maken.
Verkeer.
De heer Van der Erf wil op de eerste plaats een
woord van dank brengen voor de reorganisatie van
het plantsoen in de Ueemsteedsche Dreef, hetgeen uit
een verkeersoogpunt zeer is toe te juichen. Voorts
zou spreker wiilen vragen of het niet mogelijk is om
de verbodsbepaling tot het uitrijden van den verbin-
dingsweg van liet Frederik van Eedenplein naar den
Heerenweg inet ieder vervoermiddel te doen beperken
tot het verkeer met motorrijtuigen en den uitrit vrij
te geven voor rijwielverkeer.
De Voorzitter antwoordt liierop, dat de Rijkswater-
staat als eisch voor het maken van dien uitgang op
den Heerenweg lieeft gesteld, dat een absoluut uitrij-
verbod zou worden uitgevaardigd.
De heer Dr. Droog, Wethouder, betreurt het even-
eens, dat wielrijders dezen weg niet mogen uitrijden.
De heer Kromhout zou we! graag zien, dat op de
naleving van het verbod, zoo lang dit bestaat, streng
wordt gelet. Nu stoort niemand zich daar aan.
De Voorzitter zegt, dat men die borden natuurlijk
moet respecteeren. Spreker is bereid bij de bevoegde
instantie te bepleiten, in hoeverre opheffing van het
verbod voor wielrijders kan worden verkregen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter
deze vergadering.
De Secrgtaris,
De Voorzitter,