176 22 September 1938.
X. Wijziging verordening Retributiegeld.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in
de gedrukte stukken onder volgn0.
64. Wijziging verordening Retributiegeld.
De heer Mr. von Meyenfeldt merkt op, dat in de
Financieele Commissie de kwestie van het te betalen
schoolgeld voor meerderjarige leerlingen is besproken.
De vraag is toen gesteld of het niet goed zou zijn
voor deze categorie van leerlingen het gewone school-
geld te heffen. Spreker bepleit toepassing van de
laatste alinea van art. 4a der Retributiegeld-verorde-
ning op meerderjarige leerlingen.
De Voorzitter zegt, dat men met het betalen van
het schoolgeld voor meerderjarigen uiterst voorzichtig
moet zijn. Burgemeester en Wethouders kunnen daar
dan ook niet voor gevoelen. Voor meerderjarige leer-
lingen wordt nu een retributiegeld geheven gelijk aan
tweemaal het tarief, vermeld in de artikelen 3 en 4,
hetgeen toch niet zoo bezwaarlijk kan worden genoemd.
De heer Disselkoen is niet bij de bedoelde verga-
dering van de Financieele Commissie tegenwoordig
geweest, maar uit het gesprokene door den heer Von
Meyenfeldt heeft spreker den indruk gekregen, dat de
Financieele Commissie met deze vraag aan het College
van Burgemeester en Wethouders, het onderwijs betref-
fende, het terrein van de Onderwijs-commissie betreedt.
Spreker kan zich niet voorstellen, dat de Financieele
Commissie nu zou aandringen op het verlagen van
de inkomsten, terwijl zij anders altijd de inkomsten
tracht op te voeren.
De heer Mr. von Meyenfeldt zegt, dat hij in dit
geval niet namens de Financieele Commissie sprak.
Het door hem besprokene komt dan ook niet in het
advies van de Financieele Commissie voor. Spreker
wijst er nog op, dat het ook kan voorkomen dat
leerlingen tijdens hun studietijd meerderjarig worden.
De Voorzitter antwoordt, dat een dergelijk geval
nader onder de oogen kan worden gezien. Meerder-
jarigen behooren niet die faciliteiten te hebben die
voor anderen in de verordening zijn neergelegd, doch