180 22 September 1938.
een ontwerp tot wijziging der politie-verordening ge-
reed ligt, doch dat dit nog niet voldoende rijp is om
nu al te behandelen.
üe heer Disselkoen zegt, dat in de raadsvergadering
van 30 Juni j.l. discussie is gevoerd over den brief
van den Inspecteur voor de Volksgezondheid inzake de
woningtoestanden in deze gemeente. De Wethouder
heeft toen toegezegd op deze zaak nader te zullen terug-
komen. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders
dezen brief reeds hebben beantwoord en zoo ja, hoe
dat antwoord luidt.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat hierop
nog geen antwoord is gegeven. Spreker voelt er niet
veel voor over de briefwisseling tusschen Gedeputeerde
Staten en Burgemeester en Wethouders te discuteeren.
Burgemeester en Wethouders vonden het beter dat dit
vraagstuk in de Commissie voor Openbare Werken eens
grondig bekeken wordt alvorens te antwoorden.
De heer Disselkoen dankt den Wethouder voorzijn
mededeeling. Spreker's vraag was gebaseerd op het-
geen door den Voorzitter in de vergadering van 30 Juni
werd toegezegd. Spreker verheugt zich er over dat het
College van Burgemeester en Wethouders eerst met
de Commissie voor Openbare Werken overleg wil
P'egen, waarmee het op den goeden weg is. Spreker
hoopt dat het vraagstuk nu spoedig in de Commissie
behandeld zal worden.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat hij geen
toezegging kan doen, hoeveel tijd het nog zal duren
alvorens het in de Commissie behandeld zal worden.
Het heeft echter spreker's aandacht. Hij twijfelt er niet
aan of de partijgenoot van den heer Disselkoen zal
wel zorgen dat de zaak in orde komt.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter
vervolgens deze vergadering.
De Voorzitter,
Rapport woningtoestanden.