6 JAN. 1939 -28 Dcecmbcr 1008. VERQOEDING ART. 101 DER L.O.-WET 1920 OVER 1936. AAN DEN RAAD. Aan Uwe vergadering hebben wij mededeeling ge- daan, dat de rekening dezer gemeente over hel jaar 1936 door Qedeputeerde Staten dezer provincie is vastgesteld. Het bepaalde in art. 103, vierde lid der Lager-onder- wijswet 1920, zooals deze wet luidde vöör de daarin aangebrachte wijzigingen bij de wet van 22 Mei 1937, S. 323, brengt mede, dat thans wordt overgegaan tot de vaststelling van de vergoeding in de kosten der bij- zondere scholen over genoemd jaar. Voor het bepalen van die vergoeding zijn in aan- merking genomen de gemiddelde kosten per leerling van de overeenkomstige openbare scholen, berekend op den voet van het bepaalde in art. 101, tweede en vijfde lid der genoemde wet. Blijkens de gemeente-rekening over 1936 bedragen bedoelde kosten als volgt: OMSCHRIJVING DER UlTGAVEN Lager Onderwijs Uitgebreid Lager Onderwijs f 1.797.91 f 387.82 l 247Ï08 n 14— 2.055.05 557.42 4.980.08 63.42 1.665.99 14.24 654.77 196.75 f 9.798.31 f 2.836.22 635,— f 9.163.31 f 2.836.22 le Uitgaven voor instandhouding 2e Geringe en dagelijksche reparattën van de schoolgebouwen, als bedoeld in art. 1619 v. h. Burgerlijk Wetboek 3e Onderhouden van Schoolmeubelen. 4e Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften 5e Verlichting, verwarming en schoon- houden van schoolgebouwen 6e Schoolbibliotheken 7e Andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het on- derwijs Totaal In mindering wordt gebracht voor ontvangsten wegens het in gebruik geven van lokalen der scholen aan vereenigingen Blijft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 15