8 J4N 1^39
December 1938.
moet worden, dat ook de gemeentelijke belastingdruk
zwaarder wordt.
De inaatregelen welke de regeering wenscht te
treffen zullen ook van de gemeente rechtstreeks finan-
cieele offers vragen. Met name zal, indien inderdaad
een forensenbelasting ingevoerd mocht worden, dit
de opbrengst van de opcenten op de gemeentefonds-
belasting aanzienlijk doen dalen. De door de Regeering
te treffen maatregelen beoogen echter veel meer dan
alieen invoering eener forensenbelasting. Deze maat-
regelen zijn echter nog niet uitgewerkt gepubliceerd
en de gevolgen daarvan dan ook nog niet te overzien.
Met deze onzekere factoren voor oogen is voor-
zichtigheid in het algemeen ernstig geboden en zal
o.i. van nieuwe, niet strikt noodzakelijke bemoeiïngen
voorloopig moeten worden afgezien. Daartoe rekenen
wij o.m. ook de voorziening in openbaar voorberei-
dend onderwijs. Ook nu hebben wij gemeend dezen
post voor inemorie te moeten ramen, oindat de finan-
cieele gevolgen van invoering te veel zal kosten. In
een vergadering van de Commissie voor het Onder-
wijs kwam het idee ter sprake om bij invoering van
dit onderwijs de gelijkstelling geleidelijk door te voe-
ren. Het eerste jaar zou dan met een niet te hoog
bedrag belast worden, doch voor het jaar 1940 zou
de invoering een niet onaanzienlijke verhooging van
lasten tnedebrengen.
Wij vestigen er hierbij Uwe aandacht op, dat door
de invoering van bedoeld onderwijs de levensvatbaar-
heid van een der bestaande bijzondere scholen in het
gedrang zou komen. Anderzijds stellen wij ons op het
standpunt dat de gelijkstelling dan niet uitgesteld of
over meerdere jaren verdeeld behoort te worden, zoo-
dat bedoeld idee onze instemming niet zou hebben.
Nu reeds thans is te voorzien, dat 1938 een veel
geringer batig saldo zal opleveren dan 1937 en het
saldo van eerst genoemd jaar moet dienen als aan-
vangspost voor 1940, valt alleen hieruit al te conclu-
deeren, dat, indien de omstandigheden zich niet in
rneer gunstigen zin ontwikkelen, wij den eerstkomen-
den tijd de uiterste voorzichtigheid zullen moeten
betrachten, willen wij de aantrekkelijkheid van de
gemeente behouden. Dit zal zelfs noodig zijn, los van
de vele nog volkomen onzekere factoren welke het
financieele aspect der gemeente nog ten ongunste