6 Januari 1939.
Bij een huurwaarde van f 200.voor een gezin met
2 kinderen is de bestaande toestand als volgt:
(Bij dit voorbeeld wordt de waarde van het mobilair
buiten beschouwing gelaten, omdat dit het beeld zou
vertroebelen)
Huurwaarde 200.
Aftrek 170.
Belastbaar f 30.waarvan 10 f 3.
Kinderaftrek 2 X 14 28 0.84
Rest ..../2.16
120 opcenten 2.59
Totaal 4.75
Dit beteekent bij een huurwaarde van 200.dus
2.375 van de huur.
Huurwaarde 600.
Aftrek 170.
Belastbaar 430.waarvan 10 /43.
Kinderaftrek 2 X 10 20 8.60
Rest 34.40
120 opcenten /41.28
Totaal ../75.68
Dit beteekent bij een huurwaarde van 600.dus
12.61 van de huur.
Zou het voorstel ongewijzigd worden aangenomen
en goedgekeurd, dan zou, bij een huurwaarde van
200.de berekening aldus worden:
Hoofdsom na kinderaftrek /2.16
50 opcenten 1.08
Totaal /3.24 ofwel 1.62
van de .huur, terwijl het percentage bij een huurwaarde
van 600.zou blijven 12.61
Bij aanneming van het voorstel, wordt het belasting-
verlies door ons geschat op 9.800.Indien dit ver-
lies zou moeten worden gevonden door verhooging der
opcenten voor de perceelen van 400.en hooger,
dan wordt de verhouding voor laatstgenoemde percee-
len nôg ongunstiger.