Dcccmbef 1930:
BESCHIKBAARSTELLING BEDRAG PER LEERLING
VOOR OPENBAAR ONDERWIJS IN 1939.
AAN DEN RAAD.
Volgens de gewijzigde voorschriften der Lager-
onderwijswet 1920 behoort bij de vaststelling van de
gemeente-begrooting voor 1939, evenals zulks in 1938
voor het eerst is gedaan, te worden vastgesteld het
bedrag, hetwelk voor de openbare scholen in 1939
wordt beschikbaar gesteld.
Een berekening hiervan is opgesteld in het ontwerp-
besluit, hetwelk wij U hierbij ter vaststelling aan-
bieden.
Heemstede, 7 December 1938.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
N. VOS.
De Raad der gemeente Heemstede:
overwegende, dat volgens artikel 55bis der Lager-
onderwijswet 1920 jaarlijks tegelijk met het vaststellen
van de begrooting van inkomslen en uitgaven der
gemeente moet worden bepaald het bedrag, dat per
leerling voor de openbare lagere scholen onderschei-
denlijk voor gewoon en voor uitgebreid lager onder-
wijs in het jaar, waarvoor de begrooting geldt, wordt
beschikbaar gesteld ter bestrijding van de kosten,
bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en o, der
Lager-onderwijswet 1920, alsmede die van instand-
houding, met dien verstande, dat deze, voor zooveel
betreft de kosten voor het aanschaffen van schoolboe-
ken, leermiddelen en schoolbehoeften, bedoeld in ar-
tikel 55, onder alleen in aanmerking komen, indien
deze aanschaffing strekt tot vervanging van leer- en
hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik
niet meer gebruikt kunnen worden of tot aanvulling