6 Januari 1939. 105 missie naar voren heeft gebracht, n.l. dat hier produc- tief werk in werkverschaffing zal worden uitgevoerd. Spreker acht het beter als jongelui zoodanig worden te werk gesteld, dat ook het verkrijgen van een positm in uitzicht is. Nu zit dat in het werk, dat men nu op 't oog heeft, in geen geval. Voorts wijst spreker er op, dat de jeugdige werkloozen den vorigen keer zoodanig werden te werk gesteld, dat de eene week 3 dagen en ■de volgende week weer 3 dagen werd gewerkt en dan het verdiende in mindering op den steun werd gebracht. Spreker bepleit een andere wijze van tewerkstelling en een loonregeling, die in overleg met de organisaties wordt vastgesteld. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat op 22 Sep- tember j.l. de volgende jeugdige werkloozen stonden ingeschreven: 1 van 16 jaar, 2 van 18 jaar en 5 van 25 jaar. Misschien waren er wel meer, maar die hebben zich dan niet laten inschrijven bij de Arbeidsbemidde- ling. Spreker bestrijdt, dat het aangeduide werk produc- tief zou zijn. 't Is meer de kantjes er afvijlen. Zouden er groote loonen worden gegeven, dan zou een bedrag van /3000.niet toereikend zijn. De heer van der Linden merkt op, dat hij 't niet over hooge loonen heeft gehad, doch over het vaststellen van loonen in overleg met de organisaties. De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt, dat de gemeente dat in 't algemeen niet doet. Als deze regeling voor een jaar werd ingesteld, dan zou het wat anders zijn. Spreker dacht, dat Burgemeester en Wethouders al aardig aan de wenschen, om jeugdige werkloozen te werk te stellen, tegemoet kwamen. De heer van der Erf is het met den heer van der Lin- den eens. De Wethouder zegt nu wel, dat het enkel de kantjes afloopen betreft, doch spreker is van meening, dat het genoemde werk anders toch door anderen van den Plantsoenendienst moet gebeuren. Spreker vraagt zich af, of mogelijk de regeling, die voor jeugdig ge- meentepersoneel geldt, in dit geval kan worden toe- gepast. De heer Dr. Droog, Wethouder, vraagt, of de heer yan der Erf deze meening ook zou blijven toegedaan, indien blijkt, dat de regeling voor jeugdig gemeente-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 105