6 Januari 1939.
21
grootingsjaar ten einde zal zijn, ook zijn mandaat, gelijk
dit van ons allen, behalve dat van den Burgemeester,
zal geëindigd zijn, meent hij dat het onjuist zou zijn,
hier en nu over het toekomstig gemeentebeleid te spre-
ken. Waar hij zich hier richt tot dit college van Burge-
meester en Wethouders en tot zijn geachte medeleden
als ,,passagiers op de valreep", oast het niet te soreken
over wat niet en wat wel moet gebeuren na afloop van
ons mandaat.
Het voorstel-Kromhout inzake verlaging electriciteits-
tarief behandelende, merkt spreker op dat hij, evenals
verleden jaar, geen steun zal kunnen verleenen aan
voorstellen, die tot verhooging van de door de gemeente
geheven belastingen moeten voeren. Spreker verwijst
voor zijn motiveering van dit standpunt naar hetgeen hij
hierover een jaar geleden en ook daarvöör heeft gezegd.
Indien de voorsteller, aldus soreker, zooals ^ebleken
is, geen andere dekking voor de verminderde bedrijfs-
winsten kan aanwijzen, dan een, in zijn gezichtsveld
blijkbaar vooraan liggende, verhooging van de gemeen-
tefondsbelasting, dan stelt hij vast, evenals toen, dat
de heer Kromhout begeert een ombuiging van de finan-
cieele politiek der gemeente, die voor haar heden en
toekomst doodelijk zou zijn.
In plaats van daarop nu nogmaals diep in te gaan,
de burgerij zou voor die ombuiging geen sympathie
hebben, zal spreker iets mededeelen, dat in de couran-
ten heeft gestaan over een gemeente „van gelijke be-
weging" gelijke omstandigheden als Heemstede,
n.l. Oegstgeest.
Oegstgeest had voor 1938 om de begrooting sluitend
te maken, evenals wij voor 1937, een tekort te over-
bruggen. De opcenten Vermogensbelasting werden met
38 verhoogd, die op de Gemeentefondsbelasting met
15 en gebracht op 50. Er bleef een gat van 12.000.
en dat wilde men uit het reservefonds putten. Gedepu-
teerde Staten van Zuid-Holland maakten bezwaar tegen
dat laatste (reservefondsen mag men niet geheel uitput-
ten, daarom doen wij dit ook niet) en Burgemeester en
Wethouders van Oegstgeest stelden daarom voor, een
straatbelasting in te stellen om die f 12.000.te dek-
ken. De gemeenteraad wilde daarvan niet weten en be-
sloot het aantal opcenten opnieuw te verhoogen en te
brengen van 50 op 70, hetgeen daar een verdubbeling
beteekende (gelijk het hier zou worden, zij het dan in