6 Januari 1939.
51
ten. Door een dergelijke belastingverhooging zal Heem-
stede dus ten aanzien van de andere gemeenten niet aan
aantrekkelijkheid kunnen inboeten, aangezien ook die
andere gemeenten in gelijke mate tot belastingverhoo-
ging zullen zijn genoodzaakt.
Dat is, aldus spreker, het groote verschil met den
toestand een jaar geleden. Dat is dan ook de reden,
waarom hij van oordeel is, dat zij, die meenden, dat
verleden jaar een verhooging van het aantal opcenten
op de Gemeentefondsbelasting nret 15 niet te verant-
woorden viel, thans hun stem aan zijn voorstel wel zul-
len kunnen geven.
Daar komt, volgens de voorsteller, nog een omstan-
digheid bij, die aanneming van zijn voorstel thans in
het belang der gemeente dringend gewenscht doet zijn.
Van meer dan één zijde is gewezen op de bij de Regee-
ring aanhangige plannen betreffende wijziging der be-
lastingwetgeving. En dan worden die, nog nrin of meer
vage plannen, aangevoerd ais argument tegen sprekers
voorstel. Z.i. echter vormen deze plannen juist een reden
te meer om thans tot tariefsverlaging over te gaan. Wat
toch is het geval? De Regeering is er met haar plannen
blijkbaar op uit, om de verschillen in belastingheffing
tusschen de verschillende gemeenten zoo veel nrogelijk
te nivelleeren. Doch indien dit inderdaad gelukt, zal het
voor Heemstede ook taak zijn, andere aantrekkelijk-
heden te zoeken en uit te buiten, die den dan nrin of
meer te niet gaanden voorsprong van lage belastingen
zullen kunnen vervangen.
En één van die aantrekkelijkheden zal kunnen zijn:
lage bedrijfstarieven.
Indien het wetsontwerp betreffende de Forensenbe-
lasting, door de Staten-Generaal wordt aanvaard, zal
het zeer groote aantal forensen-ingezetenen dezer ge-
meente beduidend minder belang hebben bij de lage
belastingen dan thans het geval is. Zij zullen toch een
belangrijk gedeelte van het verschil in belasting tus-
schen hun woongemeente Heemstede en hun
werkgemeente zeg Haarlem of Amsterdam moeten
bijbetalen boven het hier geldende belastingtarief. Het
zal dus een ieder duidelijk zijn, dat hun belang bij lage
belastingen in hun woongemeente aanzienlijk vermin-
dert. Van het voordeelig verschil moet door hen toch
een belangrijk gedeelte worden opgebracht in den vorm
van Forensenbelasting.
