6 Januari 1939. 53 vorige gelegenheden is er door spreker reeds op ge- wezen, dat zulks door zeer velen als een groot genris wordt gevoeld. M.a.w., dat zulks aan de aantrekkelijk- heid van Heemstede afbreuk doet. Spreker meent trouwens ook wel te mogen aannemen, dat allen het daarover eens zijn en dat de vraag siechts is, of invoe- ring thans financieel te verantwoorden is. Zoo be- schouwd, gelooft spreker, dat de idee van de heeren Disselkoen en de Tello, orn de financieele gelijkstelling van bijzonder en openbaar voorbereidend onderwijs niet ineens, doch geleidelijk door te voeren, inderdaad een vondst is. Op deze wijze toch wordt bereikt, dat ook de totaal-uitgaven niet ineens, doch eerst geleidelijk tot het vereischte bedrag zullen oploopen, terwijl aan de andere zijde van den kant van het bijzonder onderwijs moeilijk bezwaren kunnen bestaan, aangezien het thans genoten subsidie ook voor de toekomst wordt gegaran- deerd. Weilicht dat tegen deze geleidelijke doorvoering van de financieele gelijkstelling bezwaar valt te maken, als zou deze figuur minder fraai zijn. Inderdaad inoet spre- ker toestemmen, dat deze wijze van doen niet zeer elegant is. Allen weten echter, dat het wel zeer en zeer moeilijk zal vallen het totaal vereischte bedrag ineens op de begrooting te brengen. Daarom meent hij, dat dit bezwaar van mindere ele- gance den raad niet mag weerhouden te trachten ook in deze geineente openbaar voorbereidend onderwijs te doen geven. Wat betreft het door Burgemeester en Wethouders aangevoerde argument, dat de Regeering in overweging heeft om ten opzichte van het voorbereidend onderwijs een wettelijke regeling voor te bereiden, vreest spreker, dat zulks voor den Raad geen reden behoeft te zijn om de invoering van openbaar voorbereidend onderwijs achterwege te laten. Mocht die toekomstige wettelijke regeling inderdaad aan invoering in den weg staan, dan zal zulks bij het verkrijgen van de hoogere goedkeuring op den desbetreffenden begrootingspost en op de even- tueel verder te nemen besluiten, wel blijken. Tenslotte, aldus spreker, nog een enkel woord over een kwestie, die reeds meerdere malen in den Raad aan de orde is geweest, n.l. de kwestie der bus- en tramverbindingen. Met veel genoegen heeft spreker kunnen constateeren, dat in het afgeloopen jaar twee

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 53