6 Januari 1939.
77
den en heft op de Gemeentefondsbelasting bij een indee-
ling in de 3e klasse 70 opcenten tegen Leiden in de 2e
klasse 55 opcenten. Men moet toch bedenken, dat zelfs
voor menschen, die graag buiten wonen een grens is
aan de offervaardigheid. Maar in elk geval kan Heern-
stede nog veel verhoogen voor de belastingen zoo zijn
als in Haarlem of Amsterdam.
Betreffende de dubbel-bewoning-, heeft de wethouder
opgemerkt, dat deze in hoofdzaak voorkomt in de Land-
zichtlaan en omgeving. Spreker wijst er echter op, dat
het daar, waar het niet hoofdzakelijk voorkomt, b.v. in
de Indische buurt en op de Glip veel erger en veel min-
der toelaatbaar is. Hij zou dan ook graag willen, dat
wethouder Dr. Droog, die in 1931 bij de benoeming
van de woninginspectrice heeft uiteengezet, dat voor
deze op dat gebied veel en nuttig werk te doen was,
in de daarop betrekking hebbende notulen zijn eigen
woorden nog eens nalas. De heer Audretsch zegt, dat
dubbel-bewoning nog geen argument is om tot den bouw
van arbeiderswoningen over te gaan, doch spreker is
het hiermee niet eens. Eerst moet een onderzoek plaats
hebben, dan pas kan men zijn conclusies trekken. Dat
een onderzoek inderdaad gewenscht en noodig is,
wenscht hij, onder verwijzing naar bovengenoemde no-
tulen van 1931, te constateeren.
Ingaande op het door den heer Mr. von Meyenfeldt
beweerde, n.l. dat voorstanders van openbaar voorbe-
reidend onderwijs toch ook een school kunnen oprich-
ten, zegt de heer Disselkoen dat de door genoemden heer
aangehaalde citaten wel beweren, dat neutraal bijzonder
onderwijs beter is dan. openbaar, doch dat de juistheid
van deze bewering daarmede nog geenszins is bewezen.,
Immers een ingezonden artikel in het Maandblad van
de Maatschappij tot Nut van het Aigeineon wil nog met
zeggen dat hiermede de zienswijze van die Maatschap-
pij is weergegeven.
De heer van Unen heeft gezegd, dat de noodzaak van
openbaar voorbereidend onderwijs niet is gebleken. In-
derdaad moet de spreker toegeven, dat op de adverten-
tie niet veel aanmeldingen kwamen. Toch za! het college
wel tot de slotsom zijn gekomen, dat de behoefte aan dat
onderwijs wel bestond.
Erkentelijk is spreker, mede namens zijn fractie, voor
den steun, hem bij monde van den heer van Lent door