80
6 Januari 1939.
ve niet behoeft te worden aangesproken, kan eenige voor-
uitgang toch niet ontkend worden.
De heer Rijkes heeft spreker blijkbaar wederom ver-
keerd begrepen. Spreker heeft als gunstige factoren
voor de ontwikkeling van Heemstede onder anderen ge-
noemd: een gelegenheid tot ontspanning en ontwikkeling
der ingezetenen, d.w.z. een vergadergebouw ên lage ta-
rieven. Met de erkenning, dat dit een attractie voor
Heemstede zou beteekenen, heeft men het echter nog lanp'
niet bereikt, dat is bewezen!
De heer de Tello constateert, dat uit de discussies wel
gebleken is, dat het begrip meterhuur niet juist is, doch
beter gesproken kan worden van aansluitkosten. Spre-
kers fractie heeft dus wel degelijk gelijk, als zij tracht
de burgerij van elke misvatting daaromtrent, te vrij-
waren. Spreker vindt het onjuist andere cijfers onder
meterhuur op te nemen. In dit geval dient men andere
heffingen in te voeren door splitsing te maken tusschen
meterhuien en aansluitkosten. De burgerij verzet zich
tegen meterhuur, want zij voelt zich daardoor in den
nek gekeken. Spreker is van meening, dat men in deze-
zaak consequent dient te zijn. Hij geeft daarom Burge-
meester en Wethouders in overweging dit vraagstuk in
de Commissie voor de Bedrijven te doen behandelen.
Do°r den heer Rijkes is opgemerkt, aldus spreker, dat
het reservefonds der bedrijven, ten koste van het winst-
cijfer, met een belangrijk bedrag per jaar aangevuld
dient te worden. Waar de heer Rijkes geen kans ziet
gelden voor afschaffing der meterhuren uit de bedrijfs-
begrooting te vinden, zou spreker den heer Rijkes toch
wfllen vragen, waar hij dan wel de dekking voor die
reserveering vandaan denkt te halen.
Spreker is verbaasd over het voorstel van den heer
Rijkes om de omscholing tot alle werklooze arbeiders
uit te breiden, in tegenstelling met het voorstel van spre-
kers fractie, dat enkel omscholing van bloemistarbeiders
beoogde. Een uitbreiding van het voorstel, als door den
heer Rijkes gegeven, zou tot gevolg hebben dat men met
de omscholing wel speciaal 3 of 4 man zou moeten be-
lasten. Spreker ziet in omscholing van alle werklooze ar-
beiders geen nut, als hij niet weet, of de omgeschoolde^
arbeiders ook later werkelijk kans hebben om in hun nieu-
we beroep werk te verrichten. Hij wijst er op dat Zuider-
zeevisschers zijn omgeschoold tot landarbeiders. Zoo