6 Januari 1939.
87
Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk
Hulpbetoon
voor 1939, die aan inkomsten en uitgaven een gelijk
bedrag aangeeft van 117.230.
De heer Rijkes vindt een raming van f 2500.onder
volgno. 23 „Vergoeding aan de gemeente in de kosten
van kantoorruimte in „De Meerlhorst", aan den meest
hoogen kant. Spreker is van meening, dat voor een
dergelijken prijs 2 villa's zijn te huren.
De Voorzitter wijst er op, dat onder dit hoofd de
kosten van onderhoud, verlichting, verwarming, rente
en aflossing, telefoon en ook het salaris van den con-
cierge zijn begrepen.
De begrooting voor den gemeentelijken dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon wordt vervolgens, zonder
hoofdelijke stemming, vastgesteld.
Door den Voorzitter wordt vervolgens aan de orde
gesteld de begrooting van het
Gasbedrijf
voor 1939, op den gewonen dienst aan baten en lasten
een totaal bedrag aanwijzende van f 470.918,39 en op
den kapitaaldienst aan inkomsten en uitgaven van
f 1.315.010.—.
Bij deze begrooting behoort het gedrukte stuk no.
3. Beheer Gemeentebedrijven.
De heer van Unen wil in het algemeen opmerken, dat
hij heeft gehoord, dat binnen afzienbaren tijd zal moe-
ten worden overgegaan tot den bouw van nieuwe oven-
blokken voor de Gasfabriek, hetgeen groote kapitaals-
uitgaven zal vorderen. Spreker vraagt of Burgemeester
en Wethouders den Raad niet in een dwangpositie wil-
len brengen, door kort vöör dat de ovenblokken ver-
nieuwing behoeven, met een voorstel te komen. Alsdan
zal er volgens spreker ook gelegenheid bestaan het
vraagstuk van het betrekken van gas van de hoogovens,
in overweging te nemen. Spreker verzoekt Burgemeester
en Wethouders dit denkbeeld ernstig te bestudeeren en
den Raad zoodanig tijdig deze zaak voor te leggen, dat
de Raad haar van alle kanten kan beoordeelen.