6 januari 1939.
95
De Voorzitter moet bekennen niet heelemaal op de
hoogte te zijn van hetgeen de gemeente wel en niet
mag op primaire wegen. Volgens zijn opvatting be-
teekcnt het een groote vooruitgang, dat de Heerenweg
primaire weg is geworden en z.i. konden stoplichten
daar wel eens opstoppingen veroorzaken inplaats van
voorkomen. Spreker vestigt er de aandacht nog op, dat
het verkeer over den Heerenweg sterk verlicht is door
den nieuwen weg Amsterdam-Den Haag. Hij zal het
verzoek echter gaarne aan den Burgemeester, als hoofd
der politie, overbrengen.
Verder merkt spreker nog op, dat de Binnenweg ter
hoogte van de Julianalaan vrij ruiin is. Het eerste ge-
deelte is inderdaad slecht; dit wordt echter in hoofd-
zaak veroorzaakt door de tram die daar, van Haarlem
komende aan den linkerkant van den zeer smallen weg
rijdt. Hoewel spreker vreest, dat hierin moeilijk ver-
betering te brengen zal zijn, zal hij ook dit verzoek aan
den Burgemeester overbrengen.
Volgno. 278. Reisgeld voor passanten en overige uit-
gaven der politie.
De heer de Tello zegt te hebben gelezen, dat het
politiecorps zal worden verrijkt met een politiehond. In
dit verband zou spreker twee vragen willen stellen: le.
of het mogelijk is, dat hij dit beestje reeds heeft zien
loopen, in welk geval men dus op de beslissing van den
raad zou zijn vooruitgeloopen en 2e. of het de bedoeling
is dezen hond alleen voor speurdersdoeleinden te ge-
bruiken of bij toepassing van ,,verscheurende-dieren-
tactiek" ter bewaring van de orde. Zou dit laatste het
geval zijn, dan zou spreker tegen de aanschaffing zijn,
oindat hij nog altijd de voorkeur geeft aan redelijke
menschen voor de ordebewaring.
De Voorzitter is verbaasd over de veronderstelling
van den heer de Tello, dat de hond reeds zou zijn aan-
geschaft, vôör de beslissing van den raad genomen is.
Spreker veronderstelt, dat ieder zijn meening zal
deelen, dat politiehonden van veel nut zijn. Natuurlijk
worden ze hier voor geen ander doel dan speurderswerk
gebruikt.