98
6 Januari 1939.
Hoofdstuk V.
Volkshuisvesting.
De heer Disselkoen zou bij dit hoofdstuk willen vra-
gen, of de nota van Burgemeester en Wethouders, die
nu slechts zoo kort ter inzage gelegen heeft, niet kan
worden vermenigvuldigd en aan de raadsleden toege-
zonden.
De Voorzitter zegt dit toe.
Volgno. 343. Onderhoud van wandelplaatsen en
plantsoenen.
De heer Kromhout merkt op, dat deze post f 150.
lager wordt geraamd dan in de Plantsoenencommissie
is besproken. Hij vraagt of deze vermindering soms
gezocht moet worden op onderdeel 4: Aankoop van
diverse gereedschappen enz., welke op f 1000.was
gesteld en nu op f 850.wordt geraamd. Spreker
vraagt, of mogelijk van de aanschaffing van een broei-
bak is afgezien.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop be-
vestigend.
De heer Kromhout merkt op, dat toch was gezegd,
dat de aanschaffing van een broeibak eene bezuiniging
zou geven en daarom begrijpt hij niet, dat dit bedrag
nu weer is teruggenomen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, kan zich niet her-
inneren, dat dit zou zijn gezegd.
De Voorzitter voegt hieraan toe, dat Burgemeester
en Wethouders moesten bezuinigen op diverse dingen.
Met de aanschaffing van dezen kouden bak was wel-
iswaar slechts /150.— gemoeid, doch juist op deze
manier, door het vinden van kleine bedragen, kon de
begrooting sluitend worden gemaakt.
De heer Audretsch zegt, naar aanleiding van onder-
deel 6 van dezen post, „reorganisatie van plantsoenen
in Rembrandtlaan", dat dit plantsoen den indruk maakt,
dat hieraan het laatste jaar niets, doch dan ook totaal
niets is gedaan, met het gevolg, dat door de omwonen-
den een request is ingediend om hierin verbetering te
brengen, hetgeen volgens spreker begrijpelijk is. Spre-