31 2 Maart 1939. werk in dienst der gemeente overkomen, dan zal op zijn loon deswege'inhouding plaats vinden, ech- ter ten hoogste tot het bedrag der uitkeering. 5. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bij- zondere gevallen van den regel in het vorige lid vernreld, af te wijken. Art. 28. 1. Het ziekengeld wordt wekelijks uitbetaald. De uit- betaling geschiedt alleen dan, wanneer vooraf een verklaring van den daartoe aangewezen arts is over- gelegd, waaruit blijkt, dat er bij hem tegen uitbe- taling geen bezwaar bestaat. 2. De werkman, die langer dan een week ziek is ge- weest, mag niet weder te werk worden gesteld, dan nadat de daartoe aangewezen arts heeft ver- klaard, dat hij weder volkomen in staat is zijn ge- wone werkzaamheden te hervatten. Art. 29. Voor hem die na ziekte zijn dienst hervat heeft, en binnen dertig dagen wederom door ziekte verhinderd is zijn dienst te vervullen, wordt de tweede ziekte aan- gemerkt als een voortzetting van de eerste, tenzij op grond van de verklaring van den daartoe aangewezen arts kan worden aangenomen, dat de tweede ziekte in geen verband staat met of niet een gevolg is van de eerste ziekte. Art. 30. 1. Zoo dikwijls dit in het belang van den dienst noo- dig wordt geoordeeld, kan een geneeskundig onder- zoek worden ingesteld ter beantwoording van de vraag of diensthervatting al dan niet is uitgesloten. Zoodanig onderzoek wordt in elk geva! ingesteld, indien de betrokkene een jaar onafgebroken wegens ziekte afwezig is. 2. Blijkt bij het in het vorig lid bedoelde onderzoek, dat diensthervatting niet is uitgesloten, dan wordt de uitbetaling van" loon volgens artikel 27 voort- gezet en het geneeskundig onderzoek telkens wan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 15