2 Maart 1939.
neer zulks door Burgemeester en Wethouders ge-
wenscht wordt geacht, herhaald.
3. Blijkt bij het in het eerste lid bedoeld onderzoek,
dat diensthervatting is uitgesloten, dan wordt de
uitbetaling van loon volgens artikel 27 voortgezet
tot aan den dag van ingang van ontslag.
4. Het ontslag, bedoeld in het vorige lid, wordt niet
gegeven voor den dag, waarop de in artikel 27, le
lid genoemde termijn is verstreken.
5. Aan den voorloopig aangestelden, den lossen of
jeugdigen werkman als bedoeld in artikel 27, le lid
cnder c. wordt bij het verstrijken van den in die
bepaling bedoelden termijn ontslag verleend.
Art. 31.
1. Een geneeskundig onderzoek kan mede worden in-
gesteld ten aanzien van een werkman, die niet we-
gens ziekte buiten dienst is, maar van wien noch-
tans op goede gronden wordt verondersteld, dat
zijn lichamelijke of geestelijke toestand een beletsel
vormt om zijn dienst naar behooren te verrichten.
2. Blijkt bij het onderzoek, dat zoodanige dienstver-
richting is uitgesloten, dan heeft de betrokkene, in-
dien hij op grond van den uitslag van hef genees-
kundig onderzoek buiten dienst wordt gesteld, aan-
spraak op uitbetaling van loon volgens artikel 27,
tot aan den dag van ingang van het ontsiag.
Art. 31a.
1. Den werkman, van wien op grond van den uitslag
van het geneeskundig onderzoek, bedoeld in de
artikelen 30 en 31 blijkt, dat diensthervatting is uit-
gesloten of dat zijn lichamelijke of geestelijke toe-
stand een beletsel vormt om zijn dienst naar be-
hooren te vervullen, terwijl hij door den Pensioen-
raad nog wel geschikt geacht wordt zijn werkzaam-
heden te verrichten, zal, indien de termijn genoemd
in artikel 27, le lid, is verstreken, ontslag worden
verleend, zoo de verklaring van den geneeskundige
wordt bevestigd door een commissie van drie ge-
neesheeren.