32 2 Maart 1939. a. voor zoover het betreft een anibtenaar in vas- ten dienst, met een werkelijken diensttijd van 10 jaren of korter, gedurende 12 maanden de volgentle bezoldiging en gedurende de daarop volgende 12 maanden 2/3 gedeelten van zijne bezoldiging; b. voor zoover het betreft een ambtenaar in vas- ten dienst met een werkelijken diensttijd van meer dan 10 jaren, gedurende 18 maanden de vo'le bezoldiging en gedurende de daarop vol- gende 18 maanden 2/3 gedeelten van zijne be- zoldiging; c. voor zoover het betreft een ambtenaar in tij- delijken dienst, gedurende 6 maanden de'volle bezoldiging en gedurende de daarop volgende 6 maanden 2/3 gedeelten van zijne bezoldiging. 2. Na het verstrijken van den termijn, waarover voor het laatst 2/3 gedeelten van de bezoldiging werden genoten, wordt de bezoldiging voor de helft uitbetaald." VI. Artikel 36, 2e, 3e, 4e en 5e lid wordt gelezen als volgt: „2. Blijkt bij het in het vorig lid bedoelde onderzoek, dat diensthervatting niet is uitgesloten, dan wordt de uitbetaling van bezoldiging volgens art. 33 voortgezet en het geneeskundig onder'zoek telkens wanneer zulks door Burgemeester en Wethouders gewenscht wordt geacht, herhaald. 3. Blijkt bij het in het eerste lid bedoeld onder- zoek, dat diensthervatting is uitgesloten, dan wordt de uitbetaling van bezoldiging volgens art. 33 vooi tgezet tot aan den dag van ingang van het ontslag. 4. Het ontslag, bedoeld in het vorige lid, wordt niet gegeven voor den dag, waarop de in art. 33, le lid genoemde termijn is verstreken. 5. Aan den tijdelijken ambtenaar wordt bij het verstrijken van den termijn, waarover krachtens het eerste lid van art. 33 uitbetaling van bezoldi- ging plaats heeft, ontslag verleend."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 22