2 Maart 1939.
135
in dienst. Wij nemen aan dat de ziekte van stoker A
4 dagen duurt, zoodat B op Vrijdag, Zaterdag, Zondag
en Maandag stokersdienst moet verrichten.
Volgens de bestaande regeling zou zulks voor B
een buitenkansje van f 7.44 beteekenen dat hij die week
extra kan verdienen.
Volgens de voorgestelde regeling door de orgamsatie
zou dit bedrag tot f 12 14 worden opgeschroefd, hetgeen
naar zijn meening een zeer overdreven vergöeding is.
Een ander voorbeeld.
Gasstoker A vraagt verlof onr den middagdienst te
mogen verzuimen. Daarvoor wordt dan aangewezen
de terreinwerker B. Deze blijft dien dag thuis en komt
pas om 2 uur op. Hij werkt dan dien dag in plaats
van van 6V2—8V2 en 912 en 13V217 dus 8V2
uur, slechts van 1422, dus slechts 8 uur. Hij werkt
dus dien dag een half uur te weinig, doch dit half
uur wordt niet van zijn weekloon afgetrokken, en
ontvangt het hoogere loon als gasstoker.
Volgens het voorstel der organisatie zou hij dan
bovendien nog een extra uitkeering van f 2.72 moeten
ontvangen.
Er moet hierbij niet uit het oog worden verloren,
dat de terreinwerkers herhaaldelijk in de gelegenheid
zijn om boven hun gewone weekloon iets extra te
verdienen, door het invallen in de stokersdiensten,
waarbij voor nacht en Zondagswerk extra wordt be-
taald, terwijl zij bovendien bij de nieuwe regeling nog
het verschil zullen ontvangen tusschen het loon van
groep II en groep III, zijnde 2 cent per uur.
De toestand is dus nu zoo, dat de huidige regeling
blijkens de practijk, meer dan ruinrschoots compen-
satie biedt aan het ongemak, dat aan den invallers-
dienst is verbonden. Indien zulks niet het geval was,
zou het steeds groote moeite kosten om iemand met
een invallersdienst te belasten, terwijl in werkelijkheid
de invallersdienst juist zeer begeerenswaardig blijkt
te zijn in die mate, dat men zich dikwijls verongelijkt
acht, wanneer men niet voor dezen dienst is aange-
wezen.
Het is dus naar zijn meening geheel onnoodig om
deze voordeelen nog grooter te maken. Een nadere
berekening wijst uit, dat de kosten van het voorstel
der organisatie kunnen worden begroot op f 500.
