2 Maart 1939.
139
neming van de voorbeelden door den Wethouder ge-
geven. Deze voorbeelden beperkten zich tot diensten
die na 22 uur afliepen. Spreker wijst er echter op,
dat ook 's nachts continudienst moet worden verricht.
Het betreft hier menschen die anders normaal werken.
Hun gezinnen zijn daar geheel op ingesteld. Door het
invallen voor continuarbeid, wordt het leven in de
gezinnen anders. Voor hen die geregeld in het con-
tinubedrijf werkzaam zijn, geldt dit bezwaar niet in
die mate, omdat het abnormale voor hen normaal ge-
worden is. Spreker kan niet inzien, dat de door de
organisaties gevraagde vergoeding te zwaar moet wor-
den geacht. De nu naar voren gebrachte gedachte îs
vol^ens spreker al een groot compromis, omdat de
organisaties en de helft van de vertegenwoordiging
van het gemeentebestuur zich in het Georganiseerd
Overleg vöör het ingediende voorstel verklaarden, dat
veel verder ging. Burgemeester en Wethouders gaan
echter mee met de andere helft van de vertegenwoor-
diging van het gemeentebestuur, die zich er tegen
verklaarde. Spreker weet wel dat de Raad niet de be-
voegdheid heeft orn Burgemeester en Wethouders ten
aanzien van de Bijzondere Voorschriften iets voor te
schrijven, doch hij verzoekt Burgemeester en Wethou-
ders om een stapje verder te gaan en den door den
heer Van der Linden genoemden termijn van 48 uur
in de Bijzondere Voorschriften op te nemen.
De heer Meeuwenoord sluit zich bij het gesprokene
door de heeren Van der Linden en Disselkoen, in-
zake het in de Bijzondere Voorschriften opnemen van
een termijn van 48 uur, aan. Spreker wijst er op, dat
als een werkman in een hoogeren rang werk verricht,
daarvoor een grootere vergoeding wordt betaald. Deze
regeling geldt voor allen. Spreker acht die regeling
voor hen, die bovendien nog continudienst moeten
verrichten, echter onvoldoende.
Bij den heer Kromhout is dezelfde vraag inzake
de gewetensbezwaren opgekomen als bij den heer
Disselkoen.
Spreker merkt op, dat in het voorgestelde meuwe
artikel 11 a de bepaling voorkomt „indien hem daartoe
door of vanwege den Burgemeester opdracht wordt
gegeven". Nu heeft spreker wel zooveel vertrouwen
in den Burgemeester, dat als hij weet dat er bij een