2 Maart 1939.
129
van den grond. Het lijkt hem niet gewenscht de zaak
•op te houden.
De heer Van der Erf heeft in het antwoord van
den Wethouder een weerlegging gemist van de grief
van den heer Voors, inzake de vervlakking van de
lijn in de bebouwing. Spreker vraagt of, als de grond
nu geaccepteerd wordt, daarna nog vastgesteld kan
worden waar de rooilijn zal komen of dat deze nu
reeds wordt zooals de heer Voors haar gezien heeft.
Op deze wijze kan spreker zich geen juist beeld vor-
men hoe de toestand er uit zal komen te zien. Spre-
ker heeft daar bezwaar tegen.
De Voorzitter kan zich best voorstellen dat enkele
sprekers er bezwaar tegen hebben, dat dit plan niet
in de Plantsoenen-Commissie is behandeld. Spreker
wijst er echter op, dat de teekening toch ter inzage
heeft gelegen, waaruit de wijziging der bebouwing is
op te maken. In dergelijke gevallen wordt altijd met
een teekening volstaan.
De heer Voors heeft de teekening gezien en den
toestand ter plaatse opgenomen. Spreker concludeert,
dat als de Raad dit voorstel nu aanneemt, de bebou-
wing wordt zooals hij die minder goed vindt. Zijn be-
zwaar is door den Wethouder niet weggenomen. Hij
constateert dat het plantsoen door de Commissie voor
Openbare Werken gewenscht wordt en niet door de
Plantsoenen-Commissie. De Plantsoenen-Commissie kan
z.i. beter oordeelen over de eischen die aan den aan-
leg van plantsoenen moeten worden gesteld.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat Burge-
meester en Wethouders dit voorstel een flinke verbe-
tering vinden. Als men niet tot den aanleg van het
plantsoen overgaat, zullen achter de te bouwen huizen
onmogelijk lange tuinen komen te liggen, die waar-
schijnlijk rommelig zullen blijven. Dit bezwaar wordt
nu opgeheven. De tuinen zijn nu nog wel groot, doch
belangrijk minder. Bij de vroegere verkaveling bleef
een inpandig terrein over, hetwelk nu in smalle tuinen
is verdeeld.
De heer Van der Erf heeft beluisterd dat er be-
zwaar bestaat tegen lange tuinen, doch spreker is van
meening, dat dit' bezwaar wel geldt voor de bewoners,
doch niet voor het gemeentebestuur. Als men den ex-