27 April 1939.
171
soen, ongelukken zullen gebeuren. In dit verband wijst
spreker op de Heemsteedsche Dreef, waar de tusschen-
wegen ook lang niet onschuldig zijn. Hij gelooft, dat
het beter is den toestand zoo te laten.
De heer Disselkoen acht de thans bestaande toe-
stand heel goed.
Aanbieding banken aan de Gemeente.
De heer Meeuwenoord heeft kennis genomen van
de uitnoodiging om bij de officieeie aanbieding van
de aan de gemeente aangeboden banken tegenwoordig
te zijn. In verband hiermede vraagt spreker, of de
Raad deze banken niet moet aanvaarden.
De Voorzitter antwoordt, dat hiervoor nog een
voorstel zal worden aangeboden.
Teekeningen historische gebouwen.
De heer Meeuwenoord zegt, dat aan de gemeente
teekeningen van historische gebouwen zijn aangeboden,
welke teekeningen waarschijnlijk in het archief zullen
worden opgeborgen. Spreker vraagt, of het inogelijk
is, deze teekeningen in gemeentelijke gebouwen op te
hangen.
De Voorzitter zegt, dat het zijn bedoeling is deze
teekeningen, voordat ze in het archief worden opge-
borgen, aan de raadsleden te toonen. Spreker zal de
mogelijkheid om de teekeningen te doen ophangen,
onderzoeken.
Afscheidingen bouwterreinen.
De heer Voors vraagt, of er een bepaling in de
politie-verordening is opgenomen, waarbij voorge-
schreven is, dat braak liggende bouwterreinen behoor-
lijk moeten zijn afgescheiden en blijven. Spreker vraagt
bijzondere aandacht te schenken aan de terreinen in
het Grotstuk. Door de gebrekkige afscheiding is het
binnenloopen op deze terreinen mogelijk, waarvan de
jeugd veel gebruik maakt, om over andere dingen nog
maar niet te spreken.
De Voorzitter antwoordt, dat een dergelijke bepa-
ling niet in de politie-verordening voorkomt. Spreker