168
27 April 1939.
ningvraagstuk nog geen rapport uiigebracht. Toen
deze vergadering 14 dagen werd uitgesteld, verscheen
op het allerlaatste moment een nota van Burgemeester
en Wethouders inzake dit vraagstuk, waardoor het
toen niet mogelijk was deze nota te behandelen. Een
maand later was de Wethouder, die deze zaak meer
speciaal behandelt, ziek. Weer een maand later ver-
zocht de Wethouder de behandeling van de nota aan
te houden, omdat inzake een klein onderdeel daarvan,
nog nader overleg met den Inspecteur voor de Volks-
gezondheid noodig was. Einde Maart is datzelfde
onderdeel nog niet rijp voor behandeling. In de laatste
verCTadering is overeengekomen, dat dit onderwerp
vandaag zou worden besproken en dat Burgemeester
en Wethouders met concrete voorstellen zouden komen.
Spreker heeft tot zijn teleurstelling echter hieromtrent
geen punt op de agenda aangetroffen, waarin hij aan-
leiding vond, den Voorzitter in een brief aan de ge-
dane toezegging te herinneren en hem te verzoeken
alsnog dit punt door middel van een suppletoire agenda,
aan de agenda toe te voegen. De Voorzitter heeft dit
niet gedaan, omdat de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders nog niet rijp waren voor behandeling.
Spreker kan dit niet aanvaarden. Hij is van mee-
ning dat Burgemeester en Wethouders hadden kunnen
volstaan met een voorstel in te dienen, als nu heden-
avond is aangenomen, ten aanzien van een voorberei-
ding van een herziening van het Uitbreidingsplan.
Hierdoor zou aan de zaak tenminste voortgang gege-
ven zijn. Waar, naar sprekers meening, door Burge-
meester en Wethouders ten aanzien van dit onderwerp
in een te langzaam tempo wordt gewerkt, is spreker
voornemens voor de volgende raadsvergadering, zelf
een voorstel inzake het woningvraagstuk in te dienen.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders hiervan zullen kennis nemen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat
spreker aan den heer Van Unen heeft beloofd, dat
Burgemeester en Wethouders in de volgende verga-
dering een wijziging van het Uitbreidingsplan, verband
houdende met arbeiderswoningbouw, aan de orde
zouden stellen. Spreker had niets liever dan dit ge-
daan. Echter zijn er verschillende instanties die moe-
ten worden geraadpleegd, alvorens tot indiening van.