25 Mei 1939.
179
Het'voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
III. Benoeniing onderwijzeres.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
61. Benoeming onderwijzeres 0. L. School Voorweg.
De heer Rijkes zegt, dat het natuurlijk bekend is, dat
hij bij dergelijke voordrachten al eens een paar malen
gevraagd heeft, hoe het toch komt, dat onze Heem-
steedsche onderwijskrachten voor eene betreffende be-
noeming niet worden voorgedragen. Nu doet zich, aldus
spreker, opnieuw een geval voor. Er moet een onder-
wijzeres benoemd worden aan de openbare lagere
school aan den Voorweg. Gezien de voordracht, wil
spreker opnieuw vragen of er bij de sollicitanten nu
werkelijk geen bevoegde Heemsteedsche onderwijzeres-
sen waren, die voor deze functie geschikt werden ge-
ocht, om voor eene benoeming voorgedragen te worden.
Spreker vraagt zich af, of alles wat van verre komt,
inderdaad beter is dan de onderwijskrachten, die in deze
gemeente bekend zijn en zoo mogelijk in hare dagelijk-
sche werkzaamheden konden worden gadegeslagen.
Het Heemsteedsche onderwijzend personeel moet z.i.
toch ook een kans hebben. De promotiekansen zijn in
de tegenwoordige tijden toch al zoo gering. Spreker
moet tegen deze wijze van doen dan ook zeer ernstig
protesteeren en zal zijn stem „blanco" uitbrengen.
De Voorzitter antwoordt, dat hier een ervaren onder-
wijzeres werd gevraagd. Hiermede is met de keuze
rekening gehouden. Hij heeft er verder niet veel aan
toe te voegen.
De heer Rijkes constateert, dat het tijdelijke perso-
neel hier dus niet voldoende ervaring heeft. Spreker
acht het juister, dat dan in het advies vermeld wordt,
waarom iemand niet in aanmerking komt. De nu ge-
volgde wijze van doen, vindt hij niet goed. Spreker
protesteert daartegen.
De Voorzitter gelooft, dat de heer Rijkes door het
gesprokene de zaak van de Heenrsteedsche onderwijs-